Robots helpen geestelijk welzijn van kinderen te beoordelen

Fri Nov 22 2024

11 22

Robots helpen geestelijk welzijn van kinderen te beoordelen

13/09/2022

Door Ad Spijkers

Volgens een nieuwe studie zouden robots beter kunnen zijn in het opsporen van mentale welzijnsproblemen bij kinderen dan door ouders of zelf gerapporteerde testen. Maar ze zijn geen vervanging voor psychologen en psychiaters.


     

Een team van robotici, computerwetenschappers en psychiaters van de University of Cambridge voerde een onderzoek uit met 28 kinderen tussen 8 en 13 jaar oud. De onderzoekers lieten een mensachtige robot op kinderformaat een reeks standaard psychologische vragenlijsten afnemen om het geestelijk welzijn van elke deelnemer te beoordelen.

De kinderen waren bereid de robot in vertrouwen te nemen en deelden in sommige gevallen informatie met de robot die zij nog niet hadden gedeeld via de standaard beoordelingsmethode van online of persoonlijke vragenlijsten. Volgens de onderzoekers zouden robots een nuttige aanvulling kunnen zijn op de traditionele methoden voor het beoordelen van de geestelijke gezondheid, hoewel ze niet bedoeld zijn als vervanging voor professionele geestelijke gezondheidszorg.

Kinderwelzijn

Tijdens de COVID-19 pandemie hadden thuisonderwijs, financiële druk en isolatie van leeftijdsgenoten en vrienden gevolgen voor de geestelijke gezondheid van veel kinderen. Zelfs vóór de pandemie namen angst en depressie onder kinderen in het Verenigd Koninkrijk al toe, maar de middelen en steun om het geestelijk welzijn aan te pakken zijn zeer beperkt.

De wetenschappers in Cambridge hebben onderzocht hoe sociale robots kunnen worden gebruikt als mentale 'welzijnscoaches' voor volwassenen, maar ze hebben de afgelopen jaren ook onderzocht hoe ze nuttig kunnen zijn voor kinderen. Kinderen zijn heel tastbaar en voelen zich aangetrokken tot technologie. Als ze een hulpmiddel op het scherm gebruiken, zijn ze van de fysieke wereld afgesloten. Maar robots zijn perfect omdat ze in de fysieke wereld staan - ze zijn interactiever, dus de kinderen zijn meer betrokken.

De onderzoekers ontwierpen een experiment om te zien of robots een nuttig instrument konden zijn om het geestelijk welzijn van kinderen te beoordelen. Er zijn momenten waarop traditionele methoden niet in staat zijn om mentale welzijnsverliezen bij kinderen op te sporen, omdat de veranderingen soms erg subtiel zijn. De onderzoekers wilden zien of robots bij dit proces zouden kunnen helpen.

Studie

Voor de studie namen 28 deelnemers tussen acht en 13 jaar elk deel aan een één-op-één sessie van 45 minuten met een Nao-robot. Een ouder of voogd, samen met leden van het onderzoeksteam, observeerde vanuit een aangrenzende kamer. Voorafgaand aan elke sessie vulden de kinderen en hun ouder of voogd een standaard online vragenlijst in om het mentale welzijn van elk kind te beoordelen.

Tijdens elke sessie voerde de robot vier verschillende taken uit:

  • hij stelde open vragen over gelukkige en verdrietige herinneringen in de afgelopen week;
  • hij diende de Short Mood and Feelings Questionnaire (SMFQ) in
  • hij diende een afbeeldingstaak in die geïnspireerd is op de Children's Apperception Test (CAT), waarbij kinderen gevraagd wordt vragen te beantwoorden in verband met getoonde afbeeldingen;
  • hij diende de Revised Children's Anxiety and Depression Scale (RCADS) in voor gegeneraliseerde angst, paniekstoornis en lage stemming.

De kinderen werden na de tweede taak ingedeeld in drie verschillende groepen, afhankelijk van hoe waarschijnlijk het was dat ze worstelden met hun geestelijk welzijn. De deelnemers hadden gedurende de hele sessie interactie met de robot door met hem te spreken of door sensoren op de handen en voeten van de robot aan te raken. Extra sensoren volgden de hartslag, hoofd- en oogbewegingen van de deelnemers tijdens de sessie.

Alle deelnemende kinderen zeiden dat ze het leuk vonden om met de robot te praten. Sommigen deelden informatie met de robot die ze niet persoonlijk of op de online vragenlijst hadden gedeeld.

Resultaten

De onderzoekers ontdekten dat kinderen met verschillende niveaus van welzijnsproblemen een verschillende interactie hadden met de robot. Voor kinderen die mogelijk geen problemen hadden met hun geestelijk welzijn, stelden de onderzoekers vast dat interactie met de robot leidde tot een positievere respons op de vragenlijsten. Voor kinderen die zich wel zorgen maakten over hun welzijn, kon de robot hen in staat stellen hun ware gevoelens en ervaringen prijs te geven, wat leidde tot meer negatieve antwoorden op de vragenlijst.

Omdat Nao op kinderformaat is en niet bedreigend, kunnen kinderen de robot zien als een vertrouwenspersoon. Ze hebben het gevoel dat ze niet in de problemen komen als ze er geheimen mee delen. Onderzoekers hebben ontdekt dat kinderen eerder geneigd zijn gevoelige informatie – bijvoorbeeld dat ze gepest worden – aan een robot te geven dan aan een volwassene.

Volgens de onderzoekers toonden hun resultaten weliswaar aan dat robots een nuttig instrument kunnen zijn voor psychologische beoordeling van kinderen, maar dat ze geen vervanging zijn voor menselijke interactie. Het is niet de  bedoeling om psychologen of andere professionals in de geestelijke gezondheidszorg te vervangen door robots, aangezien hun expertise alles wat een robot kan doen overtreft. Het werk suggereert echter dat robots een nuttig hulpmiddel kunnen zijn om kinderen te helpen zich open te stellen en dingen te delen waar ze zich in eerste instantie misschien niet prettig bij voelen.

De onderzoekers hopen hun onderzoek in de toekomst uit te breiden door meer deelnemers op te nemen en hen na verloop van tijd te volgen. Ze onderzoeken ook of soortgelijke resultaten kunnen worden bereikt als kinderen via videochat met de robot communiceren.

Foto: Rachel Gardner