Ook in de tekenkamer is er veel te doen over de cloud. Wordt CAD in de toekomst aangeboden als SaaS? En hoe zit het met zaken als Intellectual Property, privacy en beschikbaarheid? Welke vragen leven er onder constructeurs? Autodesk liet met CAD & Company hierover een onderzoek uitvoeren. Wat zijn de bevindingen en de visie van Fred de Graaf, Salesmanager Manufacturing van Autodesk?
“Weet je wat het rare is van de cloud? Mist goed ingezet heb je niet eens door dat hij er is. Want alles werkt zoals het hoort. En dat is precies hoe het moet zijn. De cloud biedt veel mogelijkheden, maar is niets meer of minder dan een gereedschap om je doel te bereiken.” De salesmanager Manufacturing van Autodesk begint met een kleine anekdote. “Voor de TV kreeg ik een tijdje terug een digitale harddiskrecorder bij mijn digitale abonnement. Handig om programma’s op te nemen en eventuele reclames door te spoelen. Maar inmiddels staat de recorder stof te trekken. KPN is namelijk overgestapt naar het opslaan van opnames in de cloud. Het enige dat ik er van merk is dat ik nu twee gelijktijdig uitgezonden programma’s kan opnemen, iets dat voorheen niet kon. Wat betreft bediening is er helemaal niets veranderd. Voor de engineeringtools in de industrie hoort het precies hetzelfde te zijn. De constructeur doet zijn werk en de cloud is een enabler voor extra functionaliteit, en nooit een doel op zich.”
Onderzoeksresultaten
Autodesk is al een behoorlijk poosje met de cloud aan het stoeien. Bekende producten van de afgelopen jaren zijn PLM 360, Autodesk 360 en Fusion 360. Ervaring genoeg zou je zeggen. Toch liet het bedrijf in Nederland een onderzoek uitvoeren om de beleving van industriële bedrijven en hun constructeurs te peilen. Hoe kijken zij tegen de cloud aan en strookt deze visie met die van Autodesk? Hoe is de acceptatie van cloudproducten onder productiebedrijven en welke rol verwachten zij dat de cloud in de toekomst gaat spelen? De uitkomsten zijn niet wereldschokkend. Maar ze tonen wel aan dat de maakindustrie een ‘inhaalslag’ kan maken, er van uitgaande dat meer cloud ook beter is. Zo maakt 31 procent van de ondervraagde bedrijven er deels gebruik van. Voor ingenieursbureaus geldt een percentage van 28,6 procent en voor fabrikanten een percentage van 32,7 procent. Toeleveranciers maken met 15 procent het minst gebruik van de cloud. In andere sectoren liggen de percentages aanzienlijk hoger. Volgens een onderzoek van Jitscale maakt zo’n 60 procent van de hele BV Nederland gebruik van de cloud. Jitscale nam ook andere landen onder de loep en concludeerde dat Nederland achter loopt op het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Voorbehoud door onwetendheid
Met de Hannover Messe nog vers in het geheugen lijkt de 31 procent score van de maakindustrie wat aan de lage kant. Hoe komt dit? Ook deze vraag is aan 800 respondenten voorgelegd, waarin overigens ook de bouwsector vertegenwoordigd was. En ook hier geen wereldschokkende antwoorden. Grootste voorbehoud komt door onzekerheid over intellectueel eigendom en privacy. Hoe veilig zijn al deze gegevens wanneer ze in de cloud zijn opgeslagen? In mindere mate werden ook zorgen ten aanzien van de beschikbaarheid geuit. Want kan je nog wel bij je gegevens als het internet eruit ligt? Een van de conclusies van het onderzoek is dan ook dat kennisgebrek een belangrijke reden is voor een lage acceptatie is. Bedrijven hebben zelf geen pasklaar technisch onderbouwd antwoord op hun (overigens legitieme) vragen en besluiten de boot nog even af te houden. Een andere conclusie is dat het percentage cloudgebruikers in werkelijkheid wel eens hoger zou kunnen liggen. Ondanks hun gebrek aan cloudkennis maken zij er in sommige gevallen wel degelijk gebruik van. Alleen zonder zich hiervan bewust te zijn.
Nieuw gereedschap
Fred de Graaf snapt de in het rapport geuite zorgen wel, al deelt hij ze in veel gevallen niet. Met elk nieuw gereedschap is het volgens hem vooral een kwestie van goed gebruik. “Het is goed dat bedrijven nadenken over de veiligheid van hun gegevens. Helemaal in een tijd waar berichten over afluisterpraktijken het nieuws domineren, past het om op je hoede te zijn. Maar in de meeste gevallen is niet de cloud het probleem. Het is maar net hoe men er mee omgaat. Het versturen van email met belangrijke bijlagen, of het opslaan van vertrouwelijke gegevens op een USB-stick is veel riskanter. Je hebt dan nul controle over wie deze informatie onder ogen krijgt, iets wat je via de cloud veel beter kunt beheren. Het is vooral belangrijk dat je goed nadenkt over hoe je je processen inricht en hoe de cloud je hier als nieuw gereedschap bij kan helpen.” Ook voor wat betreft de beschikbaarheid ziet De Graaf geen onoverkomelijke problemen. “In Nederland is internet bijna net zo vanzelfsprekend als water uit de kraan. Bovendien is de bandbreedte hier groot. Natuurlijk kan het een keer voorkomen dat er een storing is, maar dat wil niet zeggen dat daarmee alles stil komt te liggen. Ook hier is het een kwestie van goede organisatie. Wat doe je in de cloud en wat doe je lokaal? Het antwoord op deze vraag zal in Nederland anders zijn dan in bijvoorbeeld Afrika, India of Brazilië.”
Opslaan en ontsluiten
Tot zover de algemene cloudoverwegingen. Want waar we vooral benieuwd naar zijn is welke rol Autodesk voor de cloud ziet in combinatie met haar ruime portfolio engineeringtools. Is Inventor als SaaS (Software as a Service) iets waar we in de toekomst rekening moeten houden? “Wij gaan CAD niet volledig naar de cloud brengen”, zegt De Graaf resoluut. “Ik zie niet welke voordelen dit de gebruiker zou opleveren. Dat betekent natuurlijk niet dat we geen gebruik maken van de cloud om extra functionaliteit te bieden. Een belangrijk aspect van eigentijdse engineering is bijvoorbeeld het samenwerken binnen communities. Dit vereist dat engineeringdata altijd en overal up-to-date en beschikbaar is. Hier is de cloud een zeer geschikt gereedschap. Afhankelijk van je rol en rechten kan je bijvoorbeeld on-site een wijzigingsvoorstel doorgeven voor een machine via een smartphone, ‘s-avonds op de bank snel jouw ei van columbus in 3D vastleggen en natuurlijk achter je grote desktopscherm kruipen voor de detailengineering. In alle gevallen zorgt de cloud ervoor dat al deze verschijningsvormen onderdeel zijn van één consistent digitaal prototype, waardoor er snel geschakeld kan worden, zonder dat er meerdere versies van de waarheid ontstaan. Maar hiervoor is het helemaal niet nodig om alle engineeringdata van achter de firewall vandaan te halen. Je hebt alleen functionaliteit nodig die het synchroniseren met de cloud van specifieke datasets voor haar rekening neemt. Dit zonder dat je de gebruiker ermee lastig valt.”
Rekenkracht voor meer creativiteit
Naast de ‘hub-rol’ die De Graaf voor de cloud ziet weggelegd, kunnen engineers volgens hem vooral profiteren van de on-demand rekenkracht die de cloud kan bieden. “Met de opkomst van digital prototyping neemt het aantal eindige-elementen-berekeningen flink toe. Engineering is nu eenmaal een iteratief proces en wanneer je echt zonder mock-ups wilt produceren, zal er tussentijds steeds flink gerekend moeten worden. Helaas laat de beschikbare rekenkracht hiervoor nog wel eens te wensen over. Twee uur wachten op de uitslag na het doorvoeren van een ontwerpwijziging is behoorlijk killing, maar helaas geen uitzondering. Door gebruik te maken van de cloud met zijn vele servers kan je dit terugbrengen naar twee minuten of zelfs twee seconden. Kijk, dan wordt iteratief ook weer creatief. Wat mij betreft dubbele winst, omdat je niet alleen de productiviteit verhoogt, maar ook veel meer ruimte schept voor waardecreatie: die split second waar goede ideeën worden geboren.” Gevraagd of het naar de cloud sturen van dit soort primaire engineeringsgegevens dan geen gevaren voor de veiligheid oplevert antwoordt De Graaf: “Nee. Je stuurt geen geometrie en belastingsmodellen naar de servers van je provider. Dus zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat er datapakketjes worden onderschept, dan zijn deze zonder de juiste software en context niets meer dan een grote digitale brei.”
Engineer van de toekomst
De Graaf sluit af met de opmerking dat de volgende generatie engineers helemaal niet bezig is met de cloud. Voor hen is mobiliteit en continue beschikbaarheid een vanzelfsprekendheid. “We hoeven de cloud niet te verkopen. Deze komt gewoon op ons af. Veel interessanter vind ik daarom de vraag hoe onze engineers in spe hun werk zullen doen. Je ziet nu al dat de jeugd heel anders omgaat met het creëren, delen en gebruiken van data. Ze mailen niet, maar whatsappen en denken heel anders over eigendom van data. Natuurlijk moeten we nadenken over de cloud. Maar we moeten ons blijven realiseren dat deze niets meer is dan een gereedschap."
Verschenen in Constructeur