Machines voor de groene sector zorgen voor veel innovaties. Een mooi voorbeeld is de Diverto, een multifunctionele tractor, een Zeeuwse ontwikkeling.
De Diverto is ontwikkeld voor een grote markt, waaronder hoveniersbedrijven, aannemers en landschapsbeheerders. Dit soort bedrijven heeft belang bij trekkers die breed inzetbaar zijn. De Diverto is zo'n machine. Hij is te gebruiken als graafmachine, wiellader, tractor en maai-arm; en kan wanneer nodig op afstand worden bediend.
Nederland mag dan wel wereldwijd nummer twee zijn als exporteur van agrarische producten, veel echte Nederlandse trekkers kenden we tot nu toe niet. Grote internationale merken domineren de markt, terwijl je wel steeds meer bedrijven op ’s herenwegen ziet die ook graag met tractoren werken. Vooral buiten de agrarische sector, bij het onderhoud en aanleg van parken, graafwerkzaamheden in de bouw of het onderhoud in natuurgebieden zijn tractoren onderhand onmisbaar. Een probleem is echter dat veel werkzaamheden met verschillende machines worden uitgevoerd. De meeste tractors zijn namelijk geschikt voor één soort werk. En zeker voor de meer kleinschalige opdrachten zijn de bekende tractoren al snel te groot. Waardoor de garages in de groene sector gevuld zijn met dure machines die maar af en toe gebruikt worden. Dat is jammer, want stilstaande machines kosten wel geld, en leveren zelf niks op.
Managing director van Diverto, Leonard Huissoon: “De situatie bij veel hoveniersbedrijven en landschapsbeheerders is dat ze nog steeds werken met aparte machines om te maaien, graven, frezen of transport. Stuk voor stuk machines die veel uren ongebruikt blijven staan. Vanuit economisch standpunt een slechte zaak. We weten dat dit soort machines gemiddeld niet meer dan 700 werkuur jaarlijks in bedrijf zijn. Vaak worden shovels apart op een aanhangwagen vervoerd. Aangekomen bij de klus rijdt dan de shovel van de wagen en blijft de trekker voor de aanhangwagen werkeloos staan. Als zo’n bedrijf het transport en het grondverzet met een machine kunnen oplossen, kunnen zij behoorlijk sparen op werkuren. Vanuit dit idee hebben wij de Diverto QS 100 ontwikkeld, een machine die verschillende tools combineert op één platform en er voor zorgt dat deze eerder en vaker worden gebruikt.”
“De cabine van de Diverto QS 100 is 360 graden draaibaar en kan zowel aan de voor- als de achterkant verschillende machines aandrijven. Het omzetten van de tractorfunctie naar die van een wiellader vraagt niet meer dan 1 minuut. Een druk op de knop is daarvoor voldoende. De omzetting en aansluiting van andere tools zoals de maaier, graver en freesmachine werken minstens zo snel. In totaal zijn er nu negen verschillende tools beschikbaar, voor gebruik in verschillende jaargetijden en werkzaamheden. Wij hebben verschillende onderzoeken laten uitvoeren daar de snelheid waarin een Diverto QS 100 en een conventionele machinecombinatie een complete opdracht uitvoeren. Daaruit blijkt dat de Diverto QS 100 de zelfde klus in 45% minder uren uitvoert dan de conventionele machine.”
“Voor de besturing van de elektronica hebben we gekozen voor CANbus. Deze databus bestaat al meer dan 30 jaar en heeft zich bewezen in enorm veel voertuigen en machines. Een van de voordelen van CANbus is de mogelijkheid van systeembediening op afstand. De bestuurder kan daardoor de cabine verlaten en de machine op afstand bedienen. Het gebruik van CANbus voor de Diverto QS 100 gaat natuurlijk veel verder. Alle sensoren, controllers, beeldschermen, bedienelementen en actuatoren zijn hier op aan gesloten. Een heel belangrijk onderdeel daarvan zijn de bedieningselementen in de cabine. Daarvoor gebruiken we speciaal voor ons ontwikkelde joysticks van elobau. We hebben daarvoor gekozen omdat standaard verkrijgbare joysticks geen oplossing voor ons waren. Sommige bieden te weinig mogelijkheden en andere voldoen niet aan andere eisen. Via allerlei omwegen zijn we toen bij elobau uitgekomen. Het is een Duitse fabrikant, met een Nederlandse vestiging, en actief met bijzondere dingen op het gebied van joysticks. Het mooie is dat elobau wel wil meedenken met ons.
Voor de Diverto QS 100 hebben we bijzondere oplossingen nodig die verder niemand wil bieden. En dan zijn we ook nog een klein bedrijf. Dat betekent dat zij ook geduld met ons moeten hebben. Dat het voorlopig om kleine aantallen gaat speelt in ons geval natuurlijk wel een rol. Maar intussen geloven zij wel in wat wij doen en hoe wij werken. Christian van Os van elobau is vaak bij ons geweest voor overleg en om documenten, tekeningen en samples uit te wisselen. Met als resultaat wederzijds vertrouwen en een goede samenwerking met mooie oplossingen. We bouwen nu in de cabine een nieuwe joystick van elobau in. Deze komt naast een bedieningspaneel met druktoetsen en een bijbehorend beeldscherm voor een visuele presentatie van het proces. De joystick is uitgerust met verschillende functies, voorzien van kleur en symbool waarmee de gebruiker verschillende functies van de Diverto QS 100 kan aansturen. In onze armsteun hebben we ook Fingertip Joysticks van elobau geïntegreerd. Ook deze zijn voorzien van kleurcodering en specifieke logo’s voor optimaal gebruikersgemak. Verder gebruiken we druktoetsen van elobau, uitgevoerd in specifieke kleuren en symbolen. Die druktoetsen zijn onder meer voor het draaien van de cabine en het rijden van de wagen. Een heel ander component is een niveaumeter van elobau in onze brandstoftank. Deze is uitgerust met Feed&Return zodat je altijd precies weet hoeveel diesel je in de tank hebt.”
Zorgen dergelijke speciale onderdelen niet voor een extra kostenverhogen? “Het kan best zijn dat je in China of een ander land voor goedkoper uit kan zijn. Maar, kwaliteit vinden wij belangrijker dan alleen prijs. Natuurlijk ligt de aanschafprijs van gerenommeerde producten op een hoger niveau, maar in een dergelijke tractor wil je alleen onderdelen die absoluut storingvrij zijn en een lange levensduur hebben. De gebruikers waar wij op richten horen ook in een segment waarin veel aandacht is voor kwaliteit en beschikbaarheid. Dus moet ook ons aanbod optimaal beschikbaar zijn. Daarom werken we alleen met componenten die bij het topsegment horen. Voor het hydraulische systeem gebruiken we bijvoorbeeld onder andere pompen en kleppen van Parker Hannifin en Linde. De dieselmotor is van John Deere. Van alle door ons ingebouwde componenten in de Diverto QS 100 is 98% Europees van oorsprong. Leuk om te melden is dat niet meer dan 1% van onze onderdelen uit Japan komt en 1% uit Amerika. De rest is Europees van oorsprong.”
De ontwikkeling van een compleet nieuwe machine kost veel tijd, doorzettingsvermogen en overtuigingskracht. Hoe is dat gegaan met de ontwikkeling van de Diverto QS 100? Reinier Smallegange: “De Diverto QS 100 is zeker niet in een vloek en een zucht in elkaar gezet. De geschiedenis van deze supertool carrier gaat terug tot 2004. In de garage van Leonard Huissoon knutselde hij met zijn vader aan een minigraver met een opvouwbare arm. Ze werkten daar wel vaker aan allerlei machines. Meestal als hobby, maar vaak ook serieus. Die opvouwbare giek bleek wel bijzonder te zijn. Door deze te verdelen in drie delen ontstond een heel compacte giek, maar in uitgevouwen toestand met een bereik van zes meter. De opvouwbare arm deed het zo goed dat Huissoon er maar meteen een patent aan toevoegde. Intussen nam het enthousiasme over de minigraver alleen maar toe. Hierdoor geïnspireerd werd de minigraver ingeschreven bij een aantal innovatiewedstrijden. Met als resultaat twee maal een eerste prijs. Dankzij het geldbedrag dat daaraan verbonden, kwam het ondernemersbloed bij vader en zoon echt op gang. Huissoon besloot in 2005 de machine te laten testen door de TU Delft. Uitslag: de machine was te zwaar en te sterk! Een nieuw concept werd dus ontwikkeld. Niet alleen lichter, maar ook als supertool carrier. Dat wil zeggen: een rijdende machine, inzetbaar voor meer functies, zoals maaier, graver, tractor en lader. En geschikt voor transport over de weg.”
Een tegenvaller waar veel bedrijven in 2008 en 2009 mee te kampen hadden, was echter de financiële crisis in die jaren. Enige terughoudendheid was dus op zijn plaats, maar intussen ging de doorontwikkeling toch door. Met als resultaat in 2010 de eerste werkende supertool carrier. Weliswaar een basic model, gebouwd in samenwerking met de firma Herder in Middelburg, maar wel een machine die in staat was om vier functies uit te voeren. Om de respons in de markt te meten, werd dit model getoond op de Galabau in Neurenberg, een beurs voor hoveniers en landschapsbeheer. Met als resultaat alweer een prijs; de medaille voor de beste innovatie. Intussen bleef de economie kwakkelen en werden de emissie-eisen ook nog eens opgeschroefd. Voor Huissoon op zich geen bezwaar, maar het betekende wel een extra aanpassing. In 2012 werd de volgende versie van de Diverto QS 100 getoond op de Intermat in Parijs. Hoewel de Diverto QS 100 toen zonder motor werd getoond, trok de stand veel belangstelling.
Na enkele publicaties in vakbladen werden enkele contracten gesloten met dealers die de supertool carrier wel wilden vertegenwoordigen. Inmiddels telde de Diverto QS 100 6 octrooien en 20 patenten. Het werd dus tijd voor een tamelijk serieuze stap: de certificering volgens de Europese richtlijn voor tractoren en de toelating door de Rijks Dienst Wegverkeer. Het passeren van deze horde zou betekenen dat de machine ook wettelijk toegelaten zou worden voor het verkeer op de openbare weg tot een snelheid van 40 kilometer per uur. Een bijzondere periode van veel overleg met de RDW volgde. Een van de problemen was de vraag in welke categorie deze machine eigenlijk ondergebracht moest worden. Met zijn snelheid van 40 km/u, aanhangwagen van 4 ton en cabine voor twee personen waren er wel de nodige twijfels. Uiteindelijk is de Diverto QS 100 op de testbaan van het RDW in Lelystad aan allerlei testen onderworpen. Zaken als remkracht, stuurinrichting, emissie, geluid zijn onderzocht, getest en aangepast. Maar uiteindelijk zette de RDW voor de Diverto QS 100 het licht op groen. Vooral voor de ontwikkelaars een geweldig moment. Een periode van anderhalf jaar vol spanning kon worden afgesloten. Hoe serieus dit toelatingstraject is blijkt wel uit de bijbehorende documentatie. De Diverto QS 100 beschikt nu over een documentatie die ergens tussen de 750 en 1000 pagina’s ligt. Nadat de experts van de RDW werden bedankt voor hun medewerking volgden in 2015 de eerste verkoop van vijf Diverto’s aan gebruikers. Een mooie toegift in dat jaar was de nominatie voor de Red Dot Design Award. Zeker een mijlpaal, maar geen reden om het rustig aan te gaan doen. Het werk van een constructeur is namelijk nooit voltooid. Op dit moment wordt al weer gewerkt aan de volgende versie. In 2018 treden er namelijk weer nieuwe richtlijnen in werking die ook voor deze machine gelden. In het komende half jaar zullen twintig Diverto’s worden geleverd aan klanten in Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk, Frankrijk, IJsland en natuurlijk Nederland. Diverto verwacht in 2018 een productie van ongeveer honderd machines. Voorlopig wordt de assemblage van het ‘stalen’ gedeelte door een partner in Roemenië worden uitgevoerd terwijl de montage van de componenten en de elektronica in Goes wordt gedaan. In de loop van dit jaar neemt Diverto ook een nieuwe productiehal in Goes in gebruik.
Dit artikel verscheen eerder in Constructeur 2017 nummer 6/7