Het is al weer enkele jaren geleden dat Turck een meerderheidsbelang nam in het Finse Vilant. Toch was de SPS in Neurenberg – mede door toedoen van corona - pas de eerste beurs waar zij zich als Turck Vilant Systems (TVS) profileerden. Hun technologie en leverancier onafhankelijke identificatie propositie blijk voor de meest uiteenlopende klanten en toepassingen veel te kunnen brengen. Drie totaal verschillende cases met gereedschappen met onder meer RFID en BLE beacons onderstrepen dit.
“Eigenlijk zijn er vandaag de dag geen slechte RFID-systemen op de markt”, licht Günter Rössler, Business Development Manager Zuid-Duitsland bij TVS de rol van Vilant binnen Turck toe. “De meeste gevestigde fabrikanten produceren readers en tags netjes volgens de standaard en die doen prima hun werk. Het onderscheid wordt gemaakt met gebruikersvriendelijkheid, flexibiliteit en de robuustheid van de software. En laat dit nou precies zijn waar de kracht van Turck Vilant Systems ligt. Naast 20+ jaar ervaring met het implementeren van de meest uiteenlopende RFID en gelijksoortige identificatieoplossingen, hebben we een softwareplatform ontwikkelt dat precies deze punten adresseert. Kort door de bocht, is onze agnostische middleware een leverancier en technologie onafhankelijke database. Deze wordt gevuld vanuit diverse identificatiebronnen – vaak RFID, maar dit kan net zo goed een camera of BLE beacon zijn – en ontsluit de gewenste informatie vervolgens net zo gemakkelijk naar een ERP-systeem als naar een besturing. Ook meerdere informatieclients zijn mogelijk. Natuurlijk kan er ook gevisualiseerd worden. Maar standaard dashboards en templates? Daar doen we niet aan. Omdat toepassingen zo uiteenlopend zijn, past maatwerk hier veel beter. En door de manier waarop ons systeem is opgebouwd, is dat maatpak snel genoeg in de huisstijl van de klant gemaakt.”
Eén van die maatpakken maakte TVS foor de Duitse firma Würth. Würth is een grote leverancier van allerlei technische hulpmiddelen die op de fabrieksvloer nodig zijn. Eén van de concepten waarmee zij bekendheid verwierven, is het ontzorgen van klanten op het gebied van voorraadbeheer. Afhankelijk van de wensen, zorgen zij er bijvoorbeeld voor dat er altijd de juiste hoeveelheden van de juiste bevestigingsmiddelen voorradig zijn, zonder dat een klant hier omkijken naar heeft. Komt de bodem van een bakje met M8-boutjes in zicht, dan gaat er bij Würth een belletje rinkelen en zorgen zij dat deze weer wordt aangevuld. Onlangs breidden zij deze propositie uit met gereedschappen. Om inzichtelijk te krijgen welke klanten welke gereedschappen nodig hebben, deden zij een beroep op Turck Vilant Systems. “Eigenlijk zou je de nieuwe slimme gereedschapscontainer van Würth het beste als een ‘gereedschap as a service’-oplossing kunnen zien”, legt Rössler de applicatie uit. “De container die gevuld is met precies die gereedschappen die een klant nodig heeft, dient als geoutsourcet verlengstuk van het magazijn. Letterlijke sleuteltechnologie om dit te laten werken, is RFID. Een monteur verschaft zich met een UHF-kaart toegang tot de container. Eenmaal aangemeld en binnen, neemt hij het benodigde gereedschap van de wand en legt deze op een speciale tafel. Hier wordt het gereedschap gekoppeld aan de gebruiker en automatisch uitgeboekt. Würth weet op deze manier precies de actuele status van de gereedschappen in de container en hoeft deze pas fysiek aan te vullen wanneer dit daadwerkelijk nodig is. Voor de klant is het grote voordeel dat hij nooit meer mis grijpt, meer inzicht heeft in zijn gereedschapsgebruik en ook de orderafhandeling en betaling volledig automatisch verloopt.”
Natuurlijk kan een bedrijf er ook voor kiezen hun grip op eigen gereedschappen op de productievloer middels identificatie te vergroten. Een mooi voorbeeld op basis van passieve RFID-tags is volgens Rössler een recent automatiseringsproject bij een spuitgieterij. “Eén van onze klanten liep tegen het probleem aan dat er in het magazijn te vaak misgegrepen werd op een benodigde spuitgietmal. Ook kwam het voor dat deze na gebruik ongereinigd terug het schap in ging. Om het moment dat je dan net een order op een spuitgietmachine hebt gepland, betekent dat dure stilstand. Door de ruim 4.000 mallen van een tag te voorzien en vervolgens het magazijn, de reinigingsafdeling en productievloer met RFID-readers uit te rusten, was er voort altijd inzicht in twee belangrijke parameters van elke mal: waar is deze en wat is zijn toestand. Niet alleen maakte dit een veel betere planning mogelijk die stilstand voorkwam, ook hoefde operators veel minder te lopen.”
Dat lopen bleek helemaal een ding bij een klant van TVS die grofstoffelijk laswerk voor derden deed. In verschillende hallen die elk de grootte van een voetbalveld besloegen, stonden in totaal 100 lascellen. Maar deze waren niet vast voorzien van de bijbehorende lasapparatuur. Rössler: “Voor uiteenlopend laswerk is uiteenlopend materiaal nodig. In totaal had deze klant zo’n twintig varianten aan lastoortsen, waarbij er van elk minimaal drie stuks zich ergens in de fabriek bevonden. Een beschikbare toorts vinden was voor de lasser misschien goed voor de conditie, maar kostte veel te veel productiviteit. Had hij uiteindelijk een gewenste toorts in een willekeurige lascel aangetroffen, dan was de kans nog steeds aanwezig dat deze van een collega was. Om dit zoekprobleem op te lossen, hebben we alle lastoortsen van een actieve BLE-beacon voorzien. Lassers lopen nu naar een terminal, tikken in welke toorts ze nodig hebben en op een kaart van de fabrieksvloer is meteen te zien waar deze zich bevindt. De toegepaste low power beacons zijn weliswaar veel duurder dan een passieve tag (red – een goedkope passieve tag kost 10 cent, een eenvoudige beacon begint bij 10 euro), maar de toepassing rechtvaardigde dit. Enerzijds kunnen met BLE-beacons veel grotere afstanden overbrugd worden. Dit was, gezien het totale productieoppervlak, geen overbodige luxe. Ook gebruiken low power beacons weinig energie, zodat een batterij jaren mee gaat. Er zijn tegenwoordig overigens varianten die 20 jaar onafgebroken werken omdat ze geen batterij maar een condensator gebruiken en hun energie rechtstreeks uit daglicht en neonverlichting halen. Hierbij kunnen ze in volledig opgeladen toestand nog een uur of vijf in het donker zenden. De allernieuwste van dit type hebben een speciale (grotere) condensator waardoor dit zelfs een etmaal lang kan.”
Rössler besluit met de constatering dat voorgenoemde use case bewijst dat een agnostische aanpak cruciaal is voor het zo goed mogelijk bedienen van klanten. Soms is het beter in plaats van RFID een niet door Turck geleverd alternatief te gebruiken. En zelfs voor wat betreft de RFID-compatibiliteit wil TVS verder kijken dan het op zich uitgebreide Turck-portfolio. Rössler: “Stel je voor dat een klant al RFID toepast van een ander fabricaat en wil uitbreiden? Je kan dan toch niet met droge ogen verkondigen dat de oude systemen het best de vuilnisbak in kunnen en alles vervangen moet worden? Wie het belang van de klant en het milieu dient, zorgt dat bestaande systemen netjes in de nieuwe oplossing worden geïntegreerd. Dus ook voor wat betreft RFID zijn we leverancier-onafhankelijk. Deze wat ambivalente rol van TVS binnen Turck betekent echter niet dat we geen volwaardig Turck-onderdeel zijn. Sterker nog: ik ben ervan overtuigd dat wanneer ons systeem uitsluitend voor Turck-producten was ingericht, we vijf jaar gelden nooit door Turck waren gekocht.”