Al enige tijd werkt het Oostenrijkse B&R aan een end-to-end oplossing voor het industriële internet der dingen. Aan het ene ‘eind’ vindt je de verschillende machine- I/O, aan het andere ‘eind’ de zogenoemde ‘edge’-infrastuctuur waarop alle fabrieksdata samenkomt. En nu ook moederbedrijf ABB haar Ability platform in de markt zet, dringt zich de onvermijdelijke vraag op: “IoT, wat wil B&R er mee?” Product Manager IoT René Blaschke weet daar wel het nodige over te vertellen.
Rene Blaschke mag dan jong ogen – hij is 33 jaar oud – toch schuilt er een flinke dosis IoT-ervaring achter de kersverse Oostenrijkse Product Manager IoT van B&R. Op 18 jarige leeftijd begon hij aan een studie informatica aan de Universiteit van Salzburg en inmiddels heeft hij ook een MBA op zak. Dat studeren deed hij bovendien naast een fulltime baan bij een lokale energieleverancier. Hier leidde hij op enig moment de IT-afdeling en werd hij later Chief Solution Architect Smart Infrastructure, waar hij verantwoordelijk was voor architectuur en security. Na 15 jaar was het tijd voor iets nieuws en lonkte de industrie. “Ik ken B&R al lange tijd – dat geldt trouwens voor iedereen in de regio Eggelsberg – en kwam er in gesprek al snel achter dat de problematiek in de industrie en de energiesector erg vergelijkbaar is. In de energiesector heb je te maken met slimme meters die veilig hun data moeten doorgeven aan een tussenstation en vervolgens een aan een centraal systeem. In de industrie gaat de data van I/O naar controller, naar MES en verder.” Bij B&R kon men de ervaring van Blaschke goed gebruiken en maakte hem aanvankelijk Global Technology Manager Industrial IoT. Door de behoefte aan praktische kennis zag hij zijn rol echter steeds meer verschuiven richting sales support. Daarom is hij als Product Manager IoT nu verantwoordelijk voor alle IoT producten.
Die producten heeft B&R inmiddels genoeg. Want dat snel en veilig verbinden van machine I/O met controllers en bovenliggende systemen om machines te besturen en de productie te optimaliseren? Dat doet B&R al jaren. Het feit dat ze nu schermen met edge-oplossingen als Edge Connect, Edge Embedded en Edge Controller riekt deels naar 4.0-marketing. Met de Edge Connect wijst B&R naar hun X20 I/O portfolio, met Embedded naar de PLC’s en met Edge Controller hun industriële PC’s met monitoring software. Voor een minstens zo belangrijk deel – het deel waar Blaschke sinds kort op toeziet – betref het echter ook een flinke en continue IoT-update van dat portfolio. Volledige ondersteuning bieden voor IoT-talen als OPC UA TSN, AMQP en MQTT bijvoorbeeld. Of je cybersecurity op orde houden. En sinds kort is daar vanuit de ABB-koker nu ook het ABB-Ability cloudplatform dat B&R-IoT tot ver voorbij de edge brengt.
IoT-aanbod genoeg zou je zeggen. Maar zijn de klanten van B&R, voornamelijk machinebouwers en OEMs, zich wel bewust van de mogelijkheden die dat vernieuwde aanbod brengt? Zoja, zijn ze er al voortvarend mee aan de slag of zijn het nog vooral proefballonnetjes? Volgens Blaschke is het besef dat IoT een efficiëntere machine, lijn en fabriek kan opleveren er zondermeer. Het staat echter nog wel in de kinderschoenen. Ook voor B&R. “Momenteel doen we in de Verenigde Staten enkele vergaand geïntegreerde pilotprojecten in de verpakkingsindustrie en in printing. We verzamelen er alle data uit de I/O-systemen en de besturingen en brengen die naar de edge. Hier vindt op onze industriële pc’s de data-aggregatie en visualisatie plaats. Een volgende stap is dan richting cloud naar het ABB Abblity platform middels OPC UA. Hier werken we nauw samen met Microsoft – ABB Ability draait op Azure voor wat betreft de infrastructuur en met IBM (zij hebben Watson) voor het correleren van de data en de patroonherkenning. Uiteraard worden ook gevonden verbanden en trends in de cloud gevisualiseerd.”
Blaschke voegt toe dat het hierbij alleen om een ‘read only’ scenario gaat. B&R past geen besturingsparameters aan op basis van bevindingen. “Het is je belangrijk te realiseren dat de machinebouwers en eindgebruikers de echte experts zijn als het op hun productiemiddelen en processen aankomt. Zij weten waar de bottlenecks zitten en hoe hun machine hoort te lopen. Zonder die kennis kunnen wij niet succesvol zijn. Onze taak is hen te ontzorgen door de IoT complexiteit weg te nemen, zodat zij zich volledig kunnen richten op het gebruik van IoT. Hun machines en productie optimaliseren dus.”
Hoe dat ontzorgen gaat? Door de oplossing volledig configureerbaar te maken bijvoorbeeld, zodat de klant niet hoeft te programmeren bijvoorbeeld. Blaschke: “Wij moeten zorgen dat de datapunten verbonden zijn. Het correleren is aan de OEM of eindgebruiker. Zij moeten in een configuratiepagina eenvoudig kunnen kiezen: ‘Ik wil deze temperatuur zien ten opzichte van mijn OEE. En ik wil die hebben weergegeven in een pie chart, donut of bar graph.’”
Ook B&R doet overigens aan data-collectie en optimalisatie. Blaschke: “Zoals gezegd zit het echte ‘full scale IoT’ nu nog in de pilotfase. Hiervan verzamelen we alle ervaringen op basis waarvan we verbeteringen doorvoeren. Hierna zal een groter aantal pilotprojecten volgen met wederom een verbeteringsslag. Uiteindelijk is het de bedoeling dat we tijdens de SPS 2019 een volledige end-to-end oplossing, dus van machine I/O tot en met de cloud voor IoT in de markt hebben staan.”
Nu is het willen optimaliseren van het machinepark en daarmee de productie – OEE dus - slechts een kant van de IoT-medaille. Want hoe zit het met die andere belofte: de nieuwe businessmodellen zoals het betalen per output in plaats van voor een hele machine? En wat betekent dat voor de manier waarop B&R met de data omgaat? “Wij hebben als B&R geen data, hebben geen toegang tot de data en willen ook helemaal geen toegang tot de data”, reageert Blaschke stellig. Ook in Oostenrijk lijkt databescherming en privacy een heet hangijzer. “Wij kunnen de machines niet verbeteren dus hebben er helemaal niks aan”, licht hij zijn standpunt toe. “Voor de machinebouwer licht dat natuurlijk anders. Die kan op basis van data vanuit de eindgebruiker betere machines maken. Hiervoor voorzien onze zogenoemde operation pages. Hier kan een eindklant eenvoudig aangeven wat hij wel en niet wil delen. Hij kan zeggen: ‘Temperatuur, luchtvochtigheid of druk? Ok, die wil ik wel aanmelden. Maar de OEE gegevens gaan niet richting de cloud’. Hij heeft dus volledige controle over de privacy. Wel is het belangrijk dat hij zich hierbij realiseert dat hoe minder data hij bereid is te delen, des te minder functionaliteit hij uiteindelijk overhoudt.”
Maar die nieuwe businessmodellen? Is dat iets waar eindklanten en machinebouwers echt op zitten te wachten? Blaschke: “Ik ben geen OEM en die discussie vindt vooral tussen OEMs en de eindgebruikers plaats. Maar in onze gesprekken met klanten horen we wel dat eingebruikers deze kant op willen en gaan. Ze zijn er mee bekend en nieuw is het natuurlijk ook niet. In de it-sector, een tak van sport die onvermijdelijk zijn invloed heeft als je het over IoT hebt - is pay per use heel normaal. Als B&R kennen we daarom hebben ook wij een model, waarbij je een IoT-abonnement voor een machine kunt afsluiten. Aan de andere kant ondersteunen we met ons platform een Operate as a Service model. Dit zit hem niet alleen in het ontsluiten van machinedata van de eindgebruiker richting de machinebouwer zodat deze bijvoorbeeld tijdig zijn onderhoud kan doen. Het betekent ook het met een muisklik kunnen bieden van extra functionaliteit voor een bepaalde machine, een bepaald machine type of aan een bepaalde klant.”
Daar houdt B&R het voorlopig bij: de technische ondersteuning van Operate as a Service modellen voor hun machinebouw- en OEM-klanten. Het promoten van dergelijke modellen bij eindgebruikers als efficiënt alternatief, dat laat B&R liever aan de machinebouwers zelf. Wat dat betreft heeft Blaschke weinig zicht op hoe vaak ze echt in de praktijk worden toegepast. “Nogmaals, onze klanten zeggen dat er een markt voor is. Meer kan ik er niet over zeggen.” En B&R heeft zelf echt helemaal niks aan het beschikbaar komen van de data van hun klanten voor het doorvoeren van eigen productverbeteringen? Of om bijvoorbeeld om nieuwe Acopstrack klanten te adviseren bij de optimalisering van hun systeem? Want eigenlijk is een Acopostracksysteem toch een kleine machine opzichzelf? “Misschien. Voorlopig in elk geval niet.”
Dat brengt ons op een laatste punt: cybersecurity en regelgeving. Want je kan wel afspraken maken over data-eigendom en delen, maar dat wil niet zeggen dat hackers zich daar aan houden. Bovendien spelen ook overheden een rol: de regels zijn niet overal hetzelfde. Hoe gaat B&R hier mee om? “Uiteraard betekent een end-tot-end oplossing dat hij op alle punten veilig en betrouwbaar is. We maken daarom gebruik stat-of-the-art protocollen encryptiemethoden voor databescherming, maar ook voor beveiliging van de transportlaag. Dit is overigens niet een eenmalige aangelegenheid, maar vergt een dagelijkse inspanning en het hoogfrequent doorvoeren van updates. Voor wat betreft de privacywetgeving biedt ABB Ability de mogelijkheid altijd te voldoen aan de lokale regels. Een eindgebruiker met fabrieken in Amerika en Europa heeft voor beide continenten dus een landspecifieke configuratie, zonder afbreuk te doen aan de protocollen en algoritmes.”
Ook hier gaat het B&R vooral om het technisch faciliteren. De eindverantwoording? Die ligt nog steeds bij de eindgebruiker. Blaschke: “Wij kunnen onmogelijk pretenderen invloed te hebben op het hele digitale ecosysteem van de eindgebruiker. Er is een netwerk. Er zijn mensen met smartphones en USB-sticks. Er zijn MES en ERP systemen die door IT-bedrijven, of door de eindgebruiker zelf worden geïnstalleerd en ga zo maar door. We zijn geen securitybedrijf en willen niet op hun stoel gaan zitten. Wij willen een degelijk dichtgetimmerde, maar nog steeds gebruikersvriendelijke end-to-end oplossing bieden die binnen een uur moet kunnen draaien. En dat is precies wat we in de tweede helft van dit jaar zullen gaan uitrollen.
Tot slot een gewetensvraag: is B&R naast leverancier zelf ook gebruiker van de IoT oplossing die het voor ogen heeft? Blaschke: “Tot aan de Edge is dit zeker het geval. Ook in Eggelsberg kijken we natuurlijk naar OEE om de beschikbaarheid van onze machines en de kwaliteit van de producten zo hoog mogelijk te houden. Maar aangezien we niet over wereldwijde productiefaciliteiten beschikken, hoeven we geen fabrieken in één platform samen twee brengen en kan dat ook zonder de cloud. Bovendien is ABB Ability splinternieuw. Ik sluit echter niet uit – we zijn nu immers wel deel van het grotere ABB-geheel – dat dit in de toekomst wel zal gebeuren.”
Dit artikel verscheen eerder in vakblad constructeur