Als directeur van Pilz Nederland heeft Jan Tournois een ietwat eigenwijze visie als het gaat om industriële automatisering. Met een achtergrond in psychologie én robotica is dat eigenlijk niet verwonderlijk. Graag denkt hij op de troepen vooruit en betrekt hij de mens in een holistisch totaalplaatje. Wat hij vindt van onze gesprekskapstok industrie 4.0? Oude technologie die door schaalgrootte en meer rekenkracht nieuwe kansen biedt om de holistische productiviteitspuzzel te leggen.
“De ontwikkelingen in robotica gaan momenteel zo hard, dat ik het de hoogste tijd vind om ook een ethische tak aan de robotnormcommissie toe te voegen”, valt Tournois met de deur in huis. “Of robots nu springen, rijden of vliegen, nu al versnellen ze binnen luttele seconden van 0 tot 100 kilometer per uur. En dankzij geavanceerde visionsystemen zonder te botsen. Robocops? Het niet de vraag of, maar wanneer ze er gaan komen als het aan de techniek ligt.”
Hoewel het singulariteitsdenken Tournois niet vreemd is, is hij absoluut geen doomdenker. Wel is hij van mening dat je dingen niet klakkeloos moet doen omdat het technisch kan. Het vastleggen wat wel en niet mag met robots? Dat moet je niet alleen aan techneuten overlaten. Een robotcommissie is ook gebaat bij ook filosofen, psychologen en andere dwarsdenkers. “Begrijp me niet verkeerd, ik heb een groot technisch hart. Maar techneuten hebben een natuurlijke neiging om dingen te classificeren en in hokjes te stoppen. Is dit wel of geen robot? Zo ja, welk type is het en wat zijn de daaruit voortvloeiende gevaren? Wat buiten hun focus ligt wordt genegeerd. Uiteraard is Pilz helemaal voor veilige robotica. Maar of het nu drie, één of nul pootjes heeft, in een fabriek of op straat rondscheurt maakt mij niets uit. Veel belangrijker vind ik het om niet alleen naar technologie te kijken, maar bijvoorbeeld ook naar het menselijk aspect. De risico’s van technologie staan namelijk altijd in relatie met de gebruiker en diens omgeving.”
Een vergelijkbare vlieger gaat volgens Tournois op als het gaat om het gespreksonderwerp waarvoor we naar het Nederlandse hoofdkantoor van Pilz in Vianen zijn afgereisd: industrie 4.0 . Maar voordat hij hier de menselijke maat in dit onderwerp terugbrengt, moet hem eerst iets anders van het hart. “Laat ik beginnen te zeggen dat industrie 4.0 voor wat betreft technologie en gedachtengoed weinig nieuws brengt. Het is meer een voortborduren op innovaties die in de laatste decennia ontwikkelt zijn. Maar de filosofie om alles met alles te laten praten en de productie integraal te benaderen stond al centraal ca 30 jaar geleden in het CIM lab bij de faculteit Vervaardigingskunde bij de TU-Delft. Wij werkten daar ook aan robots, sensoren en vision. Natuurlijk geen vergelijk met de mogelijkheden die we vandaag de dag hebben, maar onze gedachten waren niet anders."
De meeste 4.0 ingrediënten zijn volgens Tournois niet revolutionair op zich, maar wel compleet nieuw voor de industrie. “Traditioneel zit er een tijdsgat van minimaal 10 jaar – dit wordt wel snel kleiner – tussen kantoorautomatisering en de industrie. Toen ik in 1995 nog bij Ordina werkte, was object georiënteerd software design de norm, of het nu ging om embedded systems of om kantoor automatisering. Inmiddels is deze ontwikkeling ook mogelijk voor de industrie, maar bedenk je wel dat het eerste objectgeoriënteerde veiligheidssysteem in de industrie, onze automatiseringssysteem PSS4000 pas een jaar of 6 a 7 geleden geïntroduceerd is. Plug en play een sensor inprikken en de informatie automatisch naar bovenliggende modellen doorsluizen? Dat is voor de industrie echt iets van de laatste tijd. En met deze nieuwe connectiviteit in de industrie– je wordt meer een soort componist dan dat je alles vanaf de basis moet ontwikkelen – hebben we wel een kantelpunt bereikt. Net als bij de evolutie van de mens, raakt nu ook de evolutie van de industrie in een stroomversnelling door nieuwe communicatievormen “connectivity”.
Dat brengt ons terug bij de mens. Hoe past deze in het 4.0-plaatje? Tournois zet zijn holistische bril weer even op. “Zoals ik al zei heeft de techneut de neiging om dingen in blokjes hakken. Dat is prima als je een technisch probleem wilt oplossen, maar industrie 4.0 is een holistische benadering en dient dan ook holistisch beschouwd te worden. Hierbij volg ik Goldrat met zijn boek ‘Goal’. Als je vanuit een kant het probleem optimaliseert, zal dat leiden tot een suboptimalisatie van het geheel en dus ten koste gaan van de optimale totale flow. Wil je een maximale throughput voor een machine, dan moet je ook kijken naar de operator. Niet om hem wantrouwend op de vingers te kijken, maar wel om te achterhalen wat leidt tot frustraties en risicogedrag en wat tot betrokkenheid. In dit opzicht levert 4.0 ook veel kansen. Meten en correleren kan beter dan ooit. Zelf meten we bij Pilz in Nederland al vele jaren alles wat in relatie staat met de output. En dan bedoel ik niet dingen als de temperatuur op de werkplek, maar zaken als intrinsieke motivatie en geluk. En natuurlijk in relatie met harde factoren. Dit doen we bij alle projecten zowel voor de ontvangende partij als voor de projecteigenaar en de projectmedewerkers, wat leidt tot waardevolle inzichten.” Worden deze onderzoeken niet als bedreigend ervaren? Tournois: “Niet als duidelijk is dat juist de medewerker er beter van wordt en ditzelfde geldt voor onze klant. Duidelijk is de correlatie tussen het functioneren van werknemer en de manier van aansturen, wij steken dus altijd eerst de hand in eigen boezem als er iets fout gaat “reflectief management”.
Een hele kluif als je naast al die machinedata, ook de mens in je modellen wilt meenemen voor een optimaal resultaat. Het is een van de reden dat Tournois twee fulltime data-scientists heeft aangenomen. “Tegenwoordig werkt productieautomatisering met hele andere datamodellen dan vroeger. Cyclustijden zitten bijvoorbeeld niet meer vast aan de langst durende stap, maar passen zich, mede dankzij vision dynamisch aan de situatie aan. Hierdoor veranderen systeemkarakteristieken continue, met een grote datastroom als gevolg. Wil je die kunnen analyseren dan heb je hier een ander soort kennis nodig. Die hebben we in huis gehaald.” Volgens Tournois sluit dit voor Pilz redelijk nieuwe vakgebied ook goed aan bij een andere tak van sport waar het bedrijf inmiddels al enkele jaren mee werkt: virtual en augmented reality. “Je weet dat we virtual reality al een tijdje inzetten voor trainingen en productontwikkeling. Dit hebben we onlangs uitgebreid met augmented reality middels de Hololens. Ik ben er van overtuigd ben dat dit ‘de hmi van de toekomst’ wordt. Alleen zoals het in de reclamefilmpjes gaat? Zover zijn we nog niet. Voordat er flitsend vormgegeven informatie geprojecteerd kan worden, moeten eerst de onderliggende data geïnterpreteerd worden. Ook daar komen onze data-scientists goed van pas. “
Een laatste 4.0 onderwerp waar Pilz zich steeds meer mee bezig houdt en waar menselijk gedrag ook een belangrijke rol speelt, is Cyber Security. Naast de speciale hardware als industriële routers en switches die in Duitsland worden ontwikkeld, neemt Pilz ook hier zitting in de normcommisie. En wat blijkt: al die ervaring met risicoanalyses op het gebied van machineveiligheid blijkt ook voor dit onderwerp goed van pas te komen. Of zoals Tournois het zegt: “Risicoanalyses op de harde wereld doen we al jaren, nu komt daar de industriële zachte wereld – het meeste wat er is, is gemaakt voor de kantoorautomatisering – bij. Maar naast de analyse op systemen met als doel hackers buiten de deur te houden hebben wij ons ook verdiept in hoe je juist nadat je onverhoopt bent gehackt weer up-en-running bent. Want al heb je nog zoveel sloten op je ramen op je deuren, als goede inbreker echt binnen wil komen is hij lastig tegen te houden. Daar komt nog bij dat het aantal achterdeurtjes door de slimme sensoren met hun eigen firmware alleen maar zal toenemen. Je zal dus vooral ook moeten kijken hoe veerkrachtig je systemen zijn. Ga er maar vanuit dat ze binnen komen, maar richt je systemen zo in dat je in een paar uur weer up en running bent. Wij helpen daar graag bij”