Tijdens een uniek interview op de Hannover Messe, hebben we de kans op een no-nonsense interview met Alexander Melkus, CEO van de Oostenrijkse automatiseerder Sigmatek. Terwijl we hem een spervuur aan hippe trends als digitale tweelingen, cloud, kunstmatige intelligentie en Time Sensitive Networking voorleggen, houdt hij het hoofd koel. De hoofdtrends wat hem betreft? Steeds meer processorkracht in het veld. En het toenemende belang van modulaire software die daar het maximale uithaalt.
“Wat we in 2025 op de Hannover Messe laten zien? Lastig te zeggen. De ontwikkelingen gaan snel. Maar vervolgens duurt het vaak een hele poos voordat iets gemeengoed is. Bovendien is het lang niet zeker dat we er dan staan.” Melkus licht toe dat Sigmatek voor het eerst in lange tijd weer eens Hannover aan doet. Wat hem betreft blijft de SPS in Neurenberg de plek voor automatiseringsnoviteiten. Maar, zo geeft hij toe, hij heeft gedurende zijn korte verblijf op Duitslands grootste industriebeurs al enkele interessante dingen gezien. Connectoren voor tweedraads Ethernet bijvoorbeeld. Dit inclusief voeding. Dat zou zomaar een trend kunnen zijn waar Sigmatek ook iets mee gaat doen.
Vinger aan de pols
Hoe zit dat met enkele andere trends? Je hoeft in Hannover namelijk nooit ver te lopen of de kunstmatig intelligente machines die - inclusief hun digitale tweelingen - via OPC UA TSN als plug & produce oplossing met elkaar en met de cloud communiceren, vliegen je om de oren. Hier is Melkus om verschillende redenen terughoudend. Plug & produce? Sigmatek streeft al jaren naar het gemakkelijker maken om machines en onderdelen te verbinden. OPC UA TSN? Een interessante ontwikkeling die Sigmatek nauwlettend volgt. Melkus ziet echter nog geen reden om Time Sensitive Networking te ondersteunen. Hun zeer snelle hard real-time VARAN bus is prima in staat de synchronisatie voor zijn rekening te nemen. Kunstmatige intelligentie? Tsja, ook hier kan je deels speken over oude wijn in nieuwe zakken. Melkus: “Zelfregelende systemen waar je alleen enkele parameters hoeft in te stellen, zijn er al jaren. En ook toepassingen als ‘predictive maintenance’ waarbij de besturing zelf – indien mogelijk – bijvoorbeeld op 80% gaat draaien in plaats van de volle 100% op basis van gemeten slijtage aan een onderdeel, is niet nieuw.” Anders wordt het volgens hem wanneer je het over ‘fuzzy logica’ op basis van neurale netwerken gaat hebben. Het systeem leert dan op basis van zowel gewenste als ongewenste uitkomsten. Dit biedt mooie mogelijkheden voor optimalisatie op basis van simulatie. Maar in de echte wereld met real-time veilige besturingen? Dan toch liever determinisme.
We proberen het nog een keer met een nieuwe trend: embedded. “Hier heb je wellicht een punt”, lacht Melkus. “Maar dan wel op de Sigmatek-manier natuurlijk. Embedded is in mijn ogen namelijk het toevoegen van processorkracht aan instrumenten. Meer intelligentie in het veld dus waardoor er veel meer lokaal kan worden afgehandeld. Wat mij betreft is dit een van de drijvende krachten achter alle trends die je hiervoor noemde. Dat, in combinatie met miniaturisering, want de betaalbare rekenkracht per kubieke millimeter neemt nog altijd toe. Het stelt ons in staat hele compacte modules te ontwikkelen die machinebouwers enorm veel flexibiliteit geven. Hiertoe hebben we in het, als we over embedded spreken, wel over CPU’s en niet over FPGA’s. We willen immers ook flexibiliteit voor wat betreft de software die er op draait.”
Softrouters en HTML5
En dat brengt Melkus op een andere hoofdtrend die eigenlijk een tweede kant van diezelfde medaille is: het toenemende belang van goede software. Al die decentrale intelligentie op een gebruikersvriendelijke, flexibele en tegelijkertijd robuuste manier benaderen? Dat vraagt ook modulariteit van de software. Geen wonder dat object georiënteerde programmeeromgevingen hun weg in de besturingstechniek vinden. Voor Lasal, de software waarmee Sigmatek besturingen worden geprogrammeerd – is objectgeoriënteerd al bijna 20 jaar de norm.
Een andere reden voor het toenemende softwarebelang is de verschuiving van taken van hardware naar software, een trend die ook wel virtualisatie wordt genoemd. Als voorbeeld noemt Melkus de softrouter die Sigmatek tijdens de laatste SPS introduceerde. Deze maakt het feitelijk overbodig om een fysiek kastje aan de machine te hangen voor verbinding met de cloud. In plaats daarvan worden alle routing en firewalltaken rechtstreeks op de CPU van de besturing afgehandeld.
Als laatste software-argument noemt Melkus het feit dat meer rekenkracht eenvoudigweg ook meer softwaremogelijkheden biedt. Mooi voorbeeld is volgens hem de onlangs geïntroduceerde HTML5-technologie voor visualisatie van de besturing. Het is dankzij de huidige generatie processoren dat ook grote hoeveelheden levende machinedata met moderne webtechnologie kunnen worden gevisualiseerd.
Betekent dit dat Sigmatek zich steeds meer als software-leverancier zal ontwikkelen? “Absoluut niet”, zegt Melkus stellig. “Ja, er zal steeds meer operationele software komen, maar de IT-kant daar houden we ons verre van en laten we graag over aan partners. We hoeven geen eigen cloud omgeving en geen eigen OEE-oplossing. Ook zaken als security – hoewel we onze besturingen uiteraard zeer secuur op kwetsbaarheden controleren – en het aanbieden van digitale tweelingen doen we niet. Het is niet onze core-business en we hebben er ook de capaciteit niet voor. Waar we wel heel goed in zijn is snelle regel- en besturingstechniek. Hierbij kunnen we ook met analoge regelingen voor bijvoorbeeld temperatuur of druk overweg kunnen. Onze sterke positie in robotica, producthandling, kunststof, aluminium, glasbewerking, maar ook in verpakkingsmachines, hebben we hier aan te danken.”
En hoe zit dat in Nederland? Melkus: “Nederland is een hele belangrijke markt voor ons. Het is na Duitsland en Italie de derde grootste afnemer. Naast industrie en verpakkingsmachines leveren we er ook veel aan de glastuinbouw. Het leuke hierbij is dat de Nederlanders altijd vooraan in de rij staan om nieuwe innovaties te proberen. Veel klanten zijn echte Willie Wortels (red. Daniel Düssentrieb in het Duits) en voor ons daarmee een graadmeter of iets zal aanslaan of niet. Dus mochten we in 2025 niet in Hannover zijn, dan kan je de dan geldende trends ook prima in Nederland bekijken!”