Net als andere grote Amerikaanse CAD-aanbieders is PTC is de gebruikersbijeenkomst niet vreemd. Jaarlijks doen ze dat in Boston, de stad van kreeft, Red Sox en universiteiten als Havard, Berklee, en natuurlijk technisch bolwerk MIT. 2016 was echter geen gebruikelijke editie: op het hoofdpodium werd er nauwelijks over CAD gepraat. In plaats daarvan werd een nieuwe koers onthuld. Die bleek even begrijpelijk als verrassend.
Ooit sierlijk blauw, met een vier ringen in de linkerbovenhoek die wel wat weg hebben van een vlindertje. Nu een zwarte en groene op vuistjes lijkende ‘p’ en ‘d’ die als Yin en Yang in elkaar grijpen. Het is niet het type facelift dat bedoelt is om het imago even op te frissen en naar de 21ste eeuw te tillen. Nee, hier is meer aan de hand. En wanneer PTC CEO Jim Heppelmann zijn trouwe gebruikersschare welkom heet, wordt al snel duidelijk wat: het roer gaat om. Of beter gezegd: de koers die met diverse acquisities al was ingezet, gaat nu in versneld tempo uitgerold worden. Geen zorgen. PTC blijft investeren in sterke CAD en PLM traditie. Maar het zijn augmented reality en een IoT-platform die het bedrijf in positie brengen voor een nieuwe realiteit.
“Op de korte termijn hebben we de neiging de impact van nieuwe technologie te overschatten”, quote Heppelmann wetenschapper Roy Amara. “Maar op de lange termijn blijkt deze vaak onderschat. “ Volgens Heppelmann past Internet of Things prima in het rijtje game changers die de wetmatigheid legitimeert. En wel omdat het de fysieke met de digitale wereld verbind. “Nog niet zo lang geleden vonden we een product slim als het embedded technologie bevatte. Tegenwoordig is een slim product een verbonden product. Het communiceert met de cloud, waar een digitaal evenbeeld van het product bestaat. Ook analyses en applicaties maken deel uit van het product. Hoewel we ze nog steeds als verschillende dingen zien, is de realiteit een andere. Digitale en fysieke werkelijkheid worden één. Het is een ‘Big Idea’ waardoor de manier waarop we nu nog over IoT denken drastisch zal veranderen.”
Degenen die PTC nog uit een pre-IoT tijdperk kennen, herinneren zich misschien Pro/ENGINEER, na eigen zeggen het eerste parametrische CAD pakket dat in 1988 op de markt kwam. Met het aantreden van Heppelmann in 2010 werd dit de Creo Suite die we vandaag de dag kennen. Ook zal menig constructeur bekend zijn met Product Lifecycle Management software Windchill. En wie weet geldt dat ook voor de Application Lifecycle Management software Integrity en de Service Lifecycle Management software Servigistics. Met dit gezamenlijke portfolio heeft de engineer grip op alle facetten van het product gedurende de gehele levenscyclus. Althans, op de digitale bedoeling van het product dan. Want wat er met alle gegenereerde informatie in de echte wereld gebeurd, dat bleef tot nu toe nog een beetje koffie dik kijken. Tot nu toe. Want volgens Heppelmann is PTC door een aantal relatief recente overnames bij uitstek gepositioneerd om hier verandering in te brengen. “Axeda, Kepware, Coldlight, Thingworkx en Vuforia zijn stuk voor stuk marktleidende producten voor augmented reality, machine learning en het koppelen van machinebesturingen met de cloud. Samen met onze traditionele engineeringsoftware zijn we als een van de weinige in staat de fysieke ‘p’ realtime met de digitale ‘d’ te verenigen.”
Niet iedereen zal de waarde inzien van het vangen van pokémons in de voortuin van buurman. Maar daar malen de nog steeds 30 miljoen spelers en Nintendo niet om. Op zijn minst laat de Pokemon Go rage zien dat het de nieuwe manier van interactie met de omgeving geen rocket science is. Het gaat bij het combineren van de digitale en fysieke wereld niet om de ingewikkelde brillen of hololenzen, maar om de applicatie. En in negen van de tien gevallen kan je dan prima met smartphone of tablet uit de voeten. Dit, en de honderdduizenden Vuforia-developers, deden PTC besluiten een geslaagd bod op Vuforia uit te brengen. Heppelmann legt het uit. “Met VuforiaStudio maak je heel snel augmented ervaringen. Het enige dat je hoeft te doen is 3D-data - dit kan een model, maar ook een instructieanimatie zijn - te koppelen aan een marker die je zowel in de model opneemt, als in de fysieke wereld. Vervolgens krijgt iemand die in de echte wereld de marker met VuforiaViewer bekijkt de ervaring voorgeschoteld. Eén op één, altijd in het juiste perspectief. Dit is waardevol voor operators, onderhoudsmonteurs of engineers die hun modellen in een echte machine willen testen. Maar het is ook mogelijk andere digitale informatie over de echte wereld heen te legen. Real-time sensor data bijvoorbeeld, die je automatisch als een dashboard voor je neus krijgt als je naar een bepaald onderdeel kijkt. Of een alarmsignaal bij een onderdeel dat extra aandacht behoeft.” Campbell belooft hierbij een soepele ervaring voor zowel developer als ervaringsdeskundige. “Om geen gigabytes aan modellen op en neer te hoeven sturen maakt VuforiaStudio de CAD data 150 keer kleiner. Hierbij maakt het niet uit welke bestandsformaten of devices er worden gebruikt.”
Als tweede ingrediënt om de fysieke en digitale wereld te verbinden noemt Heppelmann het IoT-platform. Precies om deze reden nam PTC in 2013 Thingworx over. Met dit platform worden snel IoT-applicaties gebouwd en beheerd. Wat dit inhoud? “Centraal bij het ontwikkelen van succesvolle IoT-applicaties staat het beheren van informatiestromen tussen devices, the edge en de cloud. Welke informatie heb ik waar nodig en hoe ontsluit ik deze? Thingworx is een krachtig platform om ‘things’ en de informatie die ze leveren te definiëren, monitoren, beheren en optimaliseren en geeft daarmee een digitaal inzicht in de realtime fysieke wereld.” Aldus Heppelmann. Om Thingworx nog krachtiger te maken, kocht hij in 2015 ook machine learning specialist Coldlight. Nu omgedoopt tot Thingworx Neuron is het de zelflerende kracht achter big-data-analyse waarmee bijvoorbeeld nauwkeurige voorspellingen over de resterende levensduur van machineonderdelen in hun modus operandi kunnen worden gedaan. Heel waardevol voor onderhoudsmonteurs. Maar ook kunnen deze realtime inzichten worden gebruikt voor volgende ontwerpiteraties.
We zijn er bijna. Er is nog één belangrijk ingrediënt nodig om de nieuwe PTC-visie in de praktijk te kunnen brengen: data-aquisitie en veilige communicatiestandaarden. Met dit in het achterhoofd lijfde PTC in 2014 Axeda in: een volwassen speler voor het op een veilige manier naar de cloud brengen van machine- en sensordata. Op de valreep van 2015 werd hier met de aquisitie van Kepware een flinke schep bovenop gedaan. Heppelmann: “Met Kepware hebben we naast een hele hoop nieuwe industriële klanten ook de beste IoT-gateway in handen die er is. KepServerEx ondersteund maar liefst 150 communicatieprotocollen, zodat ook Industrieel Internet of Things in echt plug & play wordt, zonder aan veiligheid in te boeten.”
Hoewel de afzonderlijke onderdelen van het nieuwe PTC portfolio hun sporen ruimschoots verdiend hebben, zijn ze niet persé best-in-class. Nee, het is vooral de combinatie die krachtig is. Dat heeft PTC goed gezien. Ja, er zijn er geavanceerde AR-pakketten die zonder markers kunnen werken en gebruik maken van natural feature tracking. Ja, er zijn AI- platformen als IBM’s Watson en Googles AlphaGo die in hun eigen domein vele malen krachtiger zijn dan Thingworkx Nueron. Maar juist door real-time sensor data vanuit het diepst van een machine of een onderdeel te koppelen aan zelflerende algoritmes, augmented reality en éénduidige model based productontwikkeling kunnen digitale en fysieke realiteit echt worden samengebracht. Alle gevolgen hiervan zijn nog lastig te overzien, al staat vast dat deze nieuwe gecombineerde realiteit allang een feit is.
Eerder verschenen in vakblad Constructeur