Volgens Brainport Industries zijn er genoeg aanknopingspunten voor een toekomstbestendige maakindustrie in Nederland, zo bleek tijdens haar jaarcongres. We hebben een prima ecosysteem en ook bij de overheid staat de maakindustrie eindelijk weer op de agenda. Maar is dit wel voldoende?
Op de High Tech Campus was het ook dit jaar weer een drukste van jewelste. Ruim 300 leden en genodigden uit de maakindustrie kwamen bijeen voor een kort maar krachtig Brainport-programma en een kans om met beslissers van enkele Nederlandse pareltjes te netwerken. Het jaarcongres wordt afgetrapt door directeur John Blankendaal en al vrij snel opgevolgd door voorzitter Marc Hendrikse (CEO NTS-Group). “Het feit dat we het normaal vinden het over een toekomstbestendige maakindustrie in Nederland te hebben is voor mij al winst”, vindt hij. “We hebben de maakindustrie op de agenda gekregen, nu moeten we hem daar op houden.“
Opboksen
Hendrikse vervolgt met een bekend grafiekje waarin de verschillende sectoren langs een volume en complexiteitsas worden afgezet. En het is natuurlijk de low volume/high complexity-hoek waar Nederland veel waarde kan toevoegen. Wat hiervoor nodig is? Het vroeg aan tafel zitten van toeleveranciers met OEM’s en het samenwerken in gezamenlijke teams. Verder ook transparantie en het delen van kennis en het maken van goede afspraken om eindgebruikers in de gehele levenscyclus te kunnen ondersteunen. Samen met de Smart Industry-agenda met praktische zaken als PLM in de hele toeleveringsketen en nieuwe, slimme productiemethoden (bijvoorbeeld additief produceren en robotisering) kunnen we als een soort Asterix en Obelix tegen de grootmachten opboksen. “We zijn echt niet het enige land dat inzet op een sterkere maakindustrie”, licht Hendrikse toe. “Wie onlangs de speech van Obama tijdens The State of The Union heeft beluisterd, zal niet ontgaan zijn dat het ook Amerika ernst is. In een ware resourcegolf halen bedrijven als Caterpillar, Ford, maar ook Apple de productie terug naar de bakermat. De hoeveelheid geld die de Amerikaanse staat hiervoor over heeft, staat niet in verhouding tot onze mogelijkheden. We zullen het dus samen slimmer moeten doen.”
Meet Fokker
Eén van de Nederlandse pareltjes die het internationale krachtenveld als geen ander kent en zich hier succesvol aan heeft aangepast is Fokker Technologies. Want hoewel er nog zo’n 400 Fokkervliegtuigen geregeld het luchtruim kiezen en het bedrijf deze toestellen nog steeds onderhoudt, maakt het bedrijf nu voornamelijk innovatieve vliegtuigonderdelen. Keynotespreker en CEO Hans Büthker legt uit dat dit in een booming vliegtuigmarkt geen onverstandige keuze is gebleken. “Ook in de vliegtuigbouw is er een soort wet van Moore. Momenteel zijn er wereldwijd zo’n 25.000 vliegtuigen operationeel. Maar elke vijftien jaar verdubbelt het aantal passagiers en dus ook de vraag naar nieuwe toestellen. Als Tier 1 specialist kan je hierdoor ook bij lagere volumes een aardige boterham verdienen. Het is dan wel van belang dat je blijft innoveren en kwaliteit levert. De Fokkerhandtekening is wat dat betreft ons belangrijkste bezit.” Enkele belangrijke innovaties die het bedrijf nieuwe stijl op haar naam heeft staan zijn slimme kabelsystemen (de variatie in de vele kilometers kabel in een vliegtuig is lastig te bevatten) en duurzamere, lichtere materialen. Daarnaast maakt Fokker Technologies staartstukken, welvingskleppen (flaps) en zelfs hele rompen. “Op zich hebben we de kennis nog wel in huis om een heel vliegtuig te bouwen, maar we specialiseren ons echt op bepaalde onderdelen. Zonder een staartstuk zal een vliegtuig echt niet vertrekken, en je zet er niet zomaar een ander op. Voor de onderdelen die wij voor nieuwe typen vliegtuigen mogen ontwikkelen, zijn de verkopen dan ook redelijk gegarandeerd. Wel is het de vraag, wat doen we zelf en wat besteden we uit. Make or buy? Onze strategie is om de conceptengineering helemaal in eigen huis te houden. Dat geldt ook voor de productie van strategische onderdelen. Dat doen we gewoon in Nederland. Tot slot zal Fokker ook altijd de assemblage voor haar rekening nemen. Alleen door de laatste stap zelf te doen, kan je de kwaliteit garanderen en de Fokkerhandtekening waarmaken.”
Fotografie: Vincent Knoops