En toen was het weer tijd de klok te verzetten. We kregen er wat bij. Nee, geen uur langer slapen, maar één seconde. Het is een redelijk schimmige bezigheid als je er een beetje induikt.
Babyloniërs, Perzen en Egyptenaren, Hindoestanen en Maya’s, de geleerden van onze verre voorouders wisten het al: voor het bijhouden van het fenomeen tijd rekent 360 dagen het gemakkelijkst. Maar een rondje zon duurt eigenlijk 5 dagen meer. Dat los je op met wat bijzondere dagen aan het eind, of je maakt maanden wat langer en korter. En die zes uur? Eens in de 4 jaar een schrikkeljaar.
Het bleek een methode die prima werkte, totdat we de atoomklok kregen. Dit precieze uurwerkje houdt de tijd bij op basis van de frequentie van de microgolf die een elektron uitstraalt wanneer zijn energetische toestand in een atoom verandert. Deze frequentie blijkt vele malen constanter dan de rotatie van de aarde. De afwijking schijnt in het geval van cesium 133 slechts 1 seconde per 5 miljard jaar te zijn. Daar kunnen we dus wel even me vooruit. De atoomklok bleek handig voor toepassingen als GPS omdat een nauwkeurigere tijdswaarneming ook een nauwkeurigere positiebepaling betekent. En ook kwam er een zender – ik geloof dat er een in Duitsland staat – die elke klok die het wil horen vertelt hoe laat het precies is en de wereld netjes synchroon doet lopen.
Het afstappen van de rotatie van de aarde als meeteenheid had echter wel een ongewenst gevolg: onze tijdmeting en de rotatie van de aarde lopen niet meer synchroon. Door de getijdenwerking gaat de aarde namelijk steeds langzamer draaien. Dit zou maar 1,7 ms per eeuw zijn, maar het is genoeg om het fenomeen schrikkelseconde in te voeren. Sinds de invoering ervan in 1972 hadden we op 30 juni alweer de zesentwintigste te pakken. Blijkbaar zijn de rotatiepraktijken van de aarde toch wat weerbarstiger.
De schrikkelseconde is elke keer weer punt van discussie. Computers kunnen er behoorlijk last van hebben. Ik herinner me vaag een film met Sean Connery waarin de ‘blinde vlek’ seconde wordt gebruikt om grote hoeveelheden geld door te sluizen. In de echte wereld lagen onder andere de servers van LinkedIn, Netflix en Amazon even plat. Ook gebruikten studenten uit Texas de extra seconde om een drone van het Amerikaanse leger te hacken. Kan gevaarlijk zijn. Moeten we hem dus maar afschaffen? Of is het erg om uit de pas te lopen? Astronomen vinden van wel, de telecomsector van niet. Persoonlijk denk ik dat we al lang verre van synchroon lopen met moedertje aarde. Die 26 seconden in 43 jaar? Ik zou ze niet opmerken. Dat heb je nu eenmaal met uitsmeren. Google schijnt het al jaren met die schrikkelseconde te doen, zodat hun servers nergens last van hebben. Vanuit technisch oogpunt lijkt me er dus geen valide argument om niet meer synchroon met onze voorvaderen te lopen. Maar of het synchrone of asynchrone kamp het gaat redden? De tijd zal het leren.