Het consortium Holland Hybrid Heart ontvangt tien miljoen euro voor de ontwikkeling van een zacht robothart dat geschikt is voor transplantatie.
Om een zacht implanteerbaar robothart voor mensen met ernstig hartfalen verder te ontwikkelen, heeft het consortium Holland Hybrid Heart tien miljoen euro ontvangen van de Nationale Wetenschapsagenda. Het zachte robothart kan bij patiënten met ernstig hartfalen in de borstkas worden geplaatst en neemt de functie van het echte hart over. Het team hoopt dit binnen tien jaar te realiseren.
In het consortium werken universiteiten, hoger beroepsonderwijs, bedrijven en patiëntenorganisaties samen. Cardiothoracaal chirurg Jolanda Kluin van het Erasmus MC Thoraxcentrum (foto) leidt de samenwerking. Onder haar leiding willen de ontwikkelaars patiënten een goed en leefbaar alternatief bieden voor transplantatie met een natuurlijk hart.
Wereldwijd zijn er ruim 23 miljoen mensen met hartfalen, waarvoor de beste behandeling het krijgen van een donorhart is. Daar is een ernstig tekort aan. In Nederland zijn er 250.000 patiënten met hartfalen waarvan de helft binnen vijf jaar overlijdt.
Kluin kreeg het idee van een zacht robothart toen ze het werk van onderzoeker Bas Overvelde aan de TU Eindhoven in de media zag. Hij werkt met robots van zachte en flexibele materialen die zelf kunnen reageren op veranderingen in hun omgeving. Denk aan een robot die lijkt op een octopus of een zeester.
Dit soort kunstmatige spieren, gemaakt van zachte materialen, zijn ideaal om een kunstmatig hart te bouwen dat het functioneren van een natuurlijk hart nabootst. Omdat de binnenbekleding van het hybride hart uit cellen van de patiënt zelf bestaat, gaat het nog meer lijken op een echt hart. Deze binnenbekleding voorkomt de vorming van bloedstolsels en afstoting van het robothart.
De toevoeging van deze ‘levende’ laag geeft het kunstmatige hart zijn hybride functie. De onderzoekers gaan het samenspel tussen de vervorming van de kunstmatige hartspier en het functioneren van de binnenbekleding bij het voorkomen van bloedstolsels uitrekenen met computermodellen. Op deze manier kunnen ze in korte tijd tot een goed ontwerp van het hybride hart komen.
Het project krijgt financiering in de vierde ronde van het programma van de Nationale Wetenschapsagenda: Onderzoek op Routes door Consortia (NWA-ORC). In totaal is ruim 131 miljoen euro beschikbaar voor de consortia. Holland Hybrid Heart wordt bovendien mede mogelijk gemaakt met een subsidie door de Hartstichting. Daarnaast leveren verschillende organisaties en bedrijven diensten. Het project bouwt voort op eerder werk van in een Europees consortium.
Foto: Holland Hybrid Heart