De wereld wordt geconfronteerd met milieuproblemen. Robots kunnen tijdens en na hun leven een rol spelen in de materiaalkringloop.
De economische en ecologische problemen in de wereld variëren van vervuiling tot verspilling van energie en hulpbronnen tot producten die worden gedumpt en aan het einde van hun levensduur worden weggegooid. Het verspillen van energie en materialen en vervolgens meer produceren of ontginnen om nog meer producten te maken, is niet onhoudbaar. Het put het vermogen van de wereld uit om meer hulpbronnen te leveren en het afval dat we produceren te absorberen.
Volgens het Circularity Gap Report 2023 zou de mensheid met een wereldwijde circulaire economie met slechts 70% van de nu gewonnen en gebruikte materialen aan ieders behoeften kunnen voldoen. Momenteel vertegenwoordigen de materialen die aan het einde van hun levensduur weer in de economie worden gerecycled slechts 7,2% van alle materiële instroom in de economie.
Om een oplossing te vinden, hebben de auteurs van het rapport vier gebieden geïdentificeerd waarop actie kan worden ondernomen om de circulariteit te verbeteren. Een daarvan is 'Manufactured goods and consumables'. De ambitie is het verlengen van de levensduur van apparatuur, machines en goederen.
Doordat ze herhaaldelijk en consistent nauwkeurige bewegingen kunnen uitvoeren, kunnen robots een belangrijke rol spelen bij het verminderen van verspilde materialen. Deze groei is bemoedigend voor robotfabrikanten zoals ABB en het gebruik van robots brengt ongetwijfeld grote voordelen voor gebruikers met zich mee. Maar wat gebeurt er aan het einde van de operationele levensduur van een robot? Fabrikanten zoeken voortdurend manieren om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Het op verantwoorde wijze afvoeren van robots is een onderdeel van een circulaire economie.
Om dit te helpen realiseren, biedt ABB diensten aan die ervoor zorgen dat zijn robots een rol spelen bij het oplossen van de wereldwijde duurzaamheidsuitdagingen. Dit helpt bedrijven om de circulaire economie te ondersteunen en levert ook economische voordelen op. Sommige robots van het merk zijn ontworpen met het oog op kwaliteit en lange levensduur en zijn al meer dan 35 jaar in gebruik.
ABB biedt verschillende oplossingen die de levensduur van robots verlengen, zoals gegevensgestuurde services waarmee gebruikers acties kunnen ondernemen die de levensduur van hun robots maximaliseren. Deze services omvatten preventief onderhoud, op conditie gebaseerd onderhoud (CBM) en Connected Services. Met deze diensten kunnen klanten begrijpen welke van hun robots het meest onder druk staan.
Het eerste niveau houdt rekening met de gehele robotvloot, waarbij de meest gebruikte robots worden geïdentificeerd. Op het tweede niveau worden deze robots in detail gecontroleerd, waarbij ABB-experts verdere analyses uitvoeren om de oorzaken van de overbelasting te vinden en een onderhoudsstrategie op maat aan te bevelen. Dit kan de levensduur van een robot verlengen, waardoor het benodigde onderhoud vermindert.
Zodra een robot het einde van zijn operationele levensduur heeft bereikt, biedt ABB een revisie- en terugkoopservice aan waarbij producten en componenten worden hergebruikt of gerecycled. Doorgaans kan 60% tot 80% van een robot worden hergebruikt, terwijl de rest naar gecertificeerde recyclingpartners wordt gestuurd. Zo krijgen veel robots een tweede leven en een vijfde zelfs een derde.
De revisiecentra van ABB nemen ongeveer 250 robots per jaar terug en geven ze een tweede leven bij nieuwe of dezelfde klanten. Het bedrijf zag de vraag naar gereviseerde robots in 2022 met meer dan 25% toenemen en verwacht dat de vraag nog verder zal toenemen naarmate fabrikanten op zoek gaan naar duurzamere oplossingen.
Bij het kopen van gereviseerde apparatuur genieten gebruikers hetzelfde niveau van ondersteuning van lokale serviceteams, inclusief installatie en training, als bij de aankoop van een nieuwe ABB-robot. Het kopen van gereviseerde robots kan 75% van de CO2-uitstoot tijdens de productie verminderen in vergelijking met het kopen van nieuwe robots.
Foto: ABB