06/03/2021
Door Franck Coenen (Made-in-Europe)
ASML gaat samen met de MBD Meet & Learn Community van Mikrocentrum demonstrators ontwikkelen om de meerwaarde van Model Based Definition duidelijk te maken aan bedrijven uit de supply chain. Deze zullen gedeeld worden om de businesskant van deze ontwikkeling concreet te maken. Dat heeft Leo Broers, die het MBD/PMI project bij ASML leidt, gezegd tijdens bijeenkomst van de MBD community van het Mikrocentrum.
De MBD Meet & Learn Community telt inmiddels meer dan 300 deelnemers. Behalve dat de deelnemers onderling informatie en ervaringen uitwisselen, vinden er maandelijks online meetings plaats. Onlangs gingen Leo Broers, die bij ASML het MBD-project heeft geleid, Erik Valkhof, CMM-programmeur bij Wilting en Sam Golan, oprichter en CEO van High QA met elkaar in discussie over Model Based Definition.
Méér OEM’ers pakken het op
Leo Broers zegt dat MBD inmiddels wel geaccepteerd is in de toeleveringsindustrie. “Iedereen weet waarom we dit doen. De discussie gaat nu over hoe snel voeren we deze verandering door.” ASML is inmiddels niet meer de enige OEM’er die op deze trein is gesprongen. In Nederland is de chipmachinefabrikant leidend, maar ondertussen zijn meer OEM’ers bezig met de implementatie ervan in de supply chain. De reden waarom ASML twee jaar geleden gestart is met de uitrol van MBD is niet alleen vanwege efficiency en kosten. Leo Broers: “We werken aan de digital enterprise. Hoe je iets ontwerpt en daarna maakt, die informatie maken we in een digital twin beschikbaar. In een virtuele omgeving heb je alle informatie nodig. Dat is de fundamentele reden.”
Concurrerender dankzij MBD
Volgens Leo Broers moeten maakbedrijven zich vooral gaan realiseren dat ze met MBD concurrerender worden. Om de tier 2 en tier 3 leveranciers te overtuigen gaat de machinebouwer samen met de MBD Meet & Learn Community demonstrators ontwikkelen. Deze moeten de voordelen voor alle partijen in de keten expliciet zichtbaar maken. Met de huidige gegevens die bekend zijn, kan men deze stap zetten.
Onvoldoende oplossingen voor de productie
Dat is nodig, bleek tijdens de online discussie wel. Erik Valkhof van Wilting schetste de praktijk bij deze toeleverancier. “In het begin was iedereen er gelukkig mee. Pas na een poos ontdekten we dat er onvoldoende solutions providers zijn.” Volgens hem kun je aan de kant van de meetkamer al een heel eind komen met de PMI data. Moeilijker wordt het als je de PMI data wilt gaan gebruiken in de productie, bij de machines. Wilting is aan de kwaliteitskant inmiddels aan de slag gegaan met de software van High QA om vanuit de PMI data meetprogramma’s te genereren. “Aan de kwaliteitskant zien we zeker grote winst doordat we bijvoorbeeld CMM 20 tot 25 procent sneller kunnen programmeren.” Hier slaagt de toeleverancier erin om veel handelingen en bewerkingen die voorheen in verschillende systemen gedaan werken, nu op één plek te doen.
Lees meer nieuws en achtergrond artikelen over CNC bewerken en 3D printen van Franc Coenen op Made-In-Europe ,