Moderne techniek help bij instandhouding van gebieden en daarmee de habitat van diersoorten, bijvoorbeeld de zandhagedis.
Inzicht in het gebruik van de ruimte en de habitatbehoeften van dieren is essentieel voor een effectieve instandhouding van soorten. Kleine dieren gebruiken kleine structuren die moeilijk te bepalen zijn. In een onderzoek met behulp van drones hebben onderzoekers van het Leibniz-Institut zur Analyse des Biodiversitätswandels in Bonn deze kleine structuren weergegeven in habitatkaarten met hoge resolutie. Het onderzoeksteam kon in de Dellbrücker Heide in Keulen laten zien hoe belangrijk lage bramenstruiken zijn voor zandhagedissen. De drone-methode kan worden gebruikt bij natuurbehoud en landschapsplanning.
Wat voor mensen hun buurt is, is voor wilde dieren hun werkterrein. Dit territorium is voor hen bekend, het is de plek waar ze zich verplaatsen en het voorziet in hun behoeften in het dagelijks leven, van voedsel tot onderdak. Na het verkennen van het omliggende gebied keren de dieren meestal terug naar dit gebied. De registratie van het leefgebied in het actiegebied kan daarom waardevolle inzichten opleveren in de ruimtelijke en structurele behoeften van wilde dieren.
Het begrijpen van deze eisen wordt steeds belangrijker naarmate landschappen worden veranderd door menselijk handelen. De onderzoekers hopen dat hun werk niet alleen wetenschappelijk zal blijven, maar ook zal worden toegepast in natuurbehoud en landschapsplanning.
Zandhagedissen en hun actieradius zijn klein, net als de structuren in hun leefgebied. Om deze vast te leggen, zijn kaarten met een hoge resolutie nodig waarop individuele struiken, gras, zand of bomen zijn afgebeeld. Drones kunnen hierbij helpen: ze maken vanaf lage hoogte beelden met hoge resolutie van het gebied, zodat individuele structuren gemakkelijk te onderscheiden zijn.
De onderzoekers plaatsten vervolgens de waargenomen activiteitsgebieden van de bestudeerde dieren op de detailkaart. Ze konden zo de structuur van het leefgebied binnen de grenzen van het activiteitsbereik onderzoeken en vergelijken met de omgeving. De onderzoekers hebben aangetoond dat zandhagedissen in de Dellbrücker Heide vooral lage braamstruiken zoeken en open zandgebieden en hoge vegetatie vermijden. Aan de andere kant verschillen de voorkeuren voor gras en andere lage struiken van dier tot dier.
De zandhagedis als cultuurvolger is vaak het slachtoffer van verstoring, vernietiging of versnippering van zijn leefgebied door menselijke activiteit. Compenserende en beschermende maatregelen kunnen met de verkregen gegevens nu beter worden geformuleerd, hopen de onderzoekers. De afgelopen jaren hebben drones steeds weer bewezen een handig hulpmiddel te zijn om ecologische vragen te beantwoorden. Dez tijdbesparende methode om habitatstructuren in kaart te brengen kan van groot nut zijn bij het beheer van beschermde gebieden en soorten.
Foto: V.F. Clement, R. Schluckebier, D. Rödder, Leibniz-Institut zur Analyse des Biodiversitätswandels