Tot nu toe heeft onderzoek aan virtual reality zich geconcentreerd op technische details of het ontwerp. Een recente studie door onderzoekers van de Universität Witten/Herdecke richtte zich nu op gebruikersvoorkeuren.
Dr. Jonathan Harth van de universiteit in Witten (tussen Bochum en Dortmund) heeft onderzoek gedaan hoe individuele gebruikersvoorkeuren het omgaan met virtuele omgevingen bevorderen of verhinderen. "Tot dusverre heeft onderzoek aan virtual reality zich vooral gericht op de technische apparatuur of het ontwerp van virtuele wereld. Daarbij gaat het er om hoe gemakkelijk gebruikers interactie kunnen hebben met virtuele omgevingen", aldus de socioloog (rechts op de foto).
In hun studie keken Harth en zijn onderzoeksgroep van studenten van de universiteit naar het perspectief van de gebruikers van VR-systemen.
In tegenstelling tot de technische en esthetische beslissingen in het ontwerp van VR-omgevingen heeft het individuele gebruikersperspectief tot nu toe weinig tot geen aandacht gekregen. Dit is vooral verrassend, omdat het nieuwe medium juist sterk gericht is op de subjectieve ervaring van gebruikers. De belangrijkste vraag voor de onderzoekers was daarom: welke factoren brengen gebruikers er toe brengen zich gemakkelijker in de virtuele wereld in te leven.
De studie was daarom zodanig gestructureerd dat, behalve het registreren van het niveau van aanwezigheid (het subjectieve gevoel van aanwezigheid in de virtuele wereld), ook gestructureerde interviews met de proefpersonen werden uitgevoerd. Door deze aanpak konden de onderzoekers naar de individuele vormen van ervaring in de virtuele wereld informeren en deze evalueren.
De studie Different Types of Users, Different Types of Immersion: A User Study of Interaction Design and Immersion in Consumer Virtual Reality komt tot een typologie van oriëntaties die bevorderlijk kunnen zijn voor het vermogen om zich in te leven in de virtuele wereld. De respectieve oriëntaties verschillen wat betreft de focus van de gebruikers.
Sommige gebruikers willen VR op hun eigen manier ervaren (bijvoorbeeld door het ervaren van onbekende gevoelens van angst of de mogelijkheid om virtuele objecten met hun handen te maken). Andere gebruikers hebben de neiging zich meer te concentreren op de eigenschappen en structuren van de virtuele wereld (zoals het blootstellen aan de zwaartekracht of het plaatsen in vreemde omgevingen). Afhankelijk van individuele voorkeuren leiden deze oriëntaties tot individueel verschillende, maar elk op hun eigen manier tot succesvolle toegang tot de virtuele omgeving.
De resultaten van onze studie zijn volgens de onderzoekrs relevant voor verdere wetenschappelijke studies en voor het praktisch ontwerp van virtuele werelden. Met name ontwerpers en programmeurs van VR-omgevingen zouden nuttige suggesties moeten krijgen om hun werelden nog aantrekkelijker te maken met de typologie die de onderzoekers hebben ontwikkeld.
(foto: Universität Witten/Herdecke)