Onderzoeksinstituut Sirris heeft metaalverwerkingsbedrijf Malmar geholpen bij het evalueren van de mogelijkheden van nabewerken van metalen werkstukken met een cobot.
Malmar, met vestigingen in Gent, Litouwen en Letland, maakt een brede waaier aan producten voor tal van klanten en streeft er naar om zijn klanten maximaal te ontzorgen. De gebruikte technieken daarbij zijn onder meer lasersnijden, zetten, frezen, lassen, lakken en montagewerk.
Het bedrijf wilde nagaan of een van zijn producten automatisch kon worden nabewerkt. De wens was om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en de kwaliteit van de werkstukken te verhogen. Testen brachten meer duidelijkheid over de haalbaarheid.
Vertegenwoordigers van het bedrijf bezochten de demonstratorfabriek van onderzoeksinstituut Sirris in Diepenbeek en zagen daar de mogelijkheden van cobots voor het schuren en slijpen van delen. Hierdoor geïnspireerd onderzochten ze, samen met experts van Sirris, de mogelijkheden van het nabewerken van één van hun producten met behulp van een cobotDe zogeheten ‘hoods’ hebben na het lassen met een cobot nog afwerking de lasnaden nodig. Het slijpen is niet alleen arbeidsintensief, het is ook vrij monotoon werk en de kwaliteit is enigszins afhankelijk van de operator.
Sirris kreeg van Malmar de opdracht om te onderzoeken of een robot met krachtterugkoppeling het laswerk zou kunnen nabewerken binnen de voorop gestelde tijd. Tevens wilde het bedrijf weten of de lasspatten konden worden verwijderd. Daarnaast wilde Malmar inzicht krijgen in de programmeerinspanning.
Sirris bouwde met een UR10 cobot van Universal Robots een testopstelling met de delen van Malmar, waarbij zowel een excentrische schuurmachine als een haakse slijper werden getest. Zowel de visuele kwaliteit van de afwerking als de bewerkingsduur werden geëvalueerd. De video toont de nabewerking met de schuurmachine en de haakse slijper.
Uit de testen bleek dat het nabewerken van de gelaste werkstukken haalbaar is. De restanten van de puntlassen en de lasspatten konden netjes worden verwijderd. De combinatie van een haakse slijper en excentrische schuurmachine was, zoals verwacht, aanzienlijk sneller dan de volledige afwerking met excentrische schuurmachine. Dit maakte het mogelijk om de stukken binnen de gewenste takttijd af te werken.
De haalbaarheidstest door Sirris diende niet alleen het beoordelen van het resultaat na het cobotbewerken. Ook de inzetbaarheid en het gebruiksgemak werden beoordeeld. De cobotsoftware van Universal Robot in combinatie met de ’Finishing Copilot’ add-on van Robotiq was voldoende gebruiksvriendelijk om relatief snel de paden te genereren en de krachten in te stellen.
Op basis van de testresultaten heeft Malmar besloten om, na een eerste investering in cobotlassen, nu ook te investeren in cobotslijpen. De nieuwe applicatie zal het bedrijf helpen om de productiviteit te verhogen en verder te groeien.
Foto: still video Sirris