28/02/2023
Door Ad Spijkers
Er is een groot potentieel voor het gebruik van sociale robots in het onderwijs.
Onderzoekers aan de University of Waterloo (120 km westelijk van Toronto) gebruiken met succes een robot om kinderen met leerproblemen gefocust te houden op hun werk. Uit een studie bleek ook dat zowel de jongeren als hun instructeurs de positieve bijdragen van de robot in de klas waardeerden. De onderzoekers zien absoluut een groot potentieel voor het gebruik van robots in het openbare onderwijssysteem.
Over het algemeen impliceren de bevindingen dat de robot een positief effect heeft op leerlingen. De onderzoekers werken al vele jaren aan robotica in de context van handicaps en neemt principes van rechtvaardigheid, inclusie en diversiteit op in onderzoeksprojecten. Leerlingen met leerproblemen kunnen baat hebben bij aanvullende leerondersteuning, zoals een-op-een instructie en het gebruik van smartphones en tablets.
Leerproblemen
Onderwijzers hebben de afgelopen jaren het gebruik van sociale robots onderzocht om leerlingen te helpen leren, maar hun onderzoek richtte zich meestal op kinderen met een autismespectrumstoornis. Als gevolg hiervan is er weinig werk gedaan aan het gebruik van sociaal ondersteunende robots voor leerlingen met leerproblemen.
Samen met onderzoekers van de Learning Disabilities Society in Vancouver besloten de onderzoekers in Waterloo dit te veranderen door een reeks tests uit te voeren met een kleine mensachtige robot, genaamd QT. Het vermogen van deze robot om gebaren uit te voeren met zijn hoofd en handen, vergezeld van zijn spraak- en gelaatstrekken, maakt hem geschikt voor gebruik met kinderen met leerproblemen.
Onderzoek
Voortbouwend op eerder onderzoek verdeelden de onderzoekers zestien leerlingen met leerproblemen in twee groepen. In één groep werkten de leerlingen een-op-een met alleen een instructeur. In de andere groep werkten de leerlingen een-op-een met een instructeur en een QT-robot. Bij de laatste groep bestuurde de instructeur de robot met een tablet, die vervolgens autonoom verschillende activiteiten uitvoerde met spraak en gebaren.
Terwijl de instructeur de sessies bestuurde, nam de robot op bepaalde momenten, geactiveerd door de instructeur, het over om de leerling te leiden. Behalve het inleiden van de sessie stelde de robot doelen en gaf hij, indien nodig, zelfregulerende strategieën. Als het leerproces uit de hand liep, gebruikte de robot strategieën zoals spelletjes, raadsels, grappen, ademhalingsoefeningen en fysieke bewegingen om de leerling terug te leiden naar de taak.
Leerlingen die met de robot werkten, waren over het algemeen meer betrokken bij hun taken en konden hun taken sneller voltooien dan de leerlingen die niet werden bijgestaan door een robot. Verdere studies met behulp van de robot zijn gepland.
De wetenschappelijke publicatie vindt u hier.
Foto: University of Waterloo