Vooral bij grote kuddes levert een nieuwe systeemconfiguratie flinke besparingen op.
GEA heeft de efficiëntie van zijn robots voor het melken van grote kuddes verder vergroot met een nieuwe systeemconfiguratie op het DairyRobot R9500 geautomatiseerde melksysteem. In een test in mei 2023 beoordeelde de Deutsche Landwirtschafts-Gesellschaft (DLG)aanvankelijk de verbruiksgegevens van een monobox-systeem van GEA. In het geoptimaliseerde bedrijfsscenario op basis van 100 liter tankmelk werd het elektriciteitsverbruik met maximaal een derde verminderd. Het waterverbruik werd met ongeveer 13% verlaagd in vergelijking met het vorige model.
In een tweede test werd een multibox-systeem met twee robots op de proef gesteld, met vergelijkbare uitstekende resultaten. Vergeleken met eerdere testen heeft DLG een reductie van het energieverbruik tot 29% aangetoond, terwijl het waterverbruik met 18% daalde.
Deze besparingen zijn toe te schrijven aan de schaalvoordelen die inherent zijn aan het systeem. De relatieve besparingen nemen toe met elke extra box die is aangesloten op een voedingseenheid. Er kunnen maximaal vier boxen worden geïntegreerd in een GEA-systeem. Geëxtrapoleerd naar 100 liter tankmelk gebruiken de melkrobots in het optimale bedrijfsscenario slechts 1,1 kWh elektriciteit.
Qua energieverbruik maakt dit de GEA DairyRobot R9500 in een systeem met meerdere boxen het meest economische, door DLG geteste geautomatiseerde melksysteem op de markt. (Gebaseerd op DLG-test van het multiboxsysteem met twee robots. Scenario 1 'geoptimaliseerde werking', met 170 melkingen, 1836 liter melk per dag, drie hoofdspoelingen, één lokale spoeling en warmteterugwinning).
De nieuwe master-slave configuratie brengt de schaalvoordelen naar een hoger niveau. In deze opstelling bestuurt de masterrobot de andere gekoppelde systemen. Er kunnen maximaal acht boxen worden aangesloten op een hoofdmelkleiding en maximaal zestien op één tank.
De voordelen zijn nog groter als de energie voor het verwarmen van water afkomstig is van een warmteterugwinningssysteem of een houtsnipperketel op het landbouwbedrijf. De werkelijke jaarlijkse besparingen zullen echter variëren afhankelijk van de bedrijfsspecifieke omstandigheden en de omstandigheden ter plaatse. Dit onderstreept het belang van begeleiding aan boeren die de transitie naar geautomatiseerd melken overwegen. Met de hulp van GEA kunnen ze plannen en bouwen en substantiële besparingen realiseren.
Behalve met onafhankelijke tests door DLG onderstreept GEA zijn benadering van maximale transparantie met het onlangs gelanceerde 'Add Better' ecolabel. Hiermee benadrukt het bedrijf alle oplossingen – van industriële machines en processen tot digitale oplossingen en volledige fabrieken – die een aanzienlijk verbeterde hulpbronnenefficiëntie laten zien in vergelijking met hun voorgangers.
Het onderliggende evaluatieproces – van dataverzameling tot berekening en documentatie – voldoet aan ISO 14021:2016. Het is gevalideerd door TÜV Rheinland. Het proces is ontworpen om de grootst mogelijke transparantie voor GEA-klanten te garanderen.
Het hoofdkantoor van GEA staat in Düsseldorf, de Nederlandse hoofdvestiging in 's-Hertogenbosch.
Foto: GEA