Ongeveer 20% van de voedingsmiddelenindustrie in noordwest Europa gebruikt robots in het productieproces.
De Nederlandse (24%), Zweedse (23%) en Deense (22%) voedingsmiddelenindustrie zijn binnen de Europese Unie het verst met de toepassing van robots. België neemt de vierde plaats in met 19%, gevolgd door Italië met 18%. Opvallend is de lage penetratiegraad van robots in Duitsland: bij onze oosterburen is in slechts 8% van de voedingsmiddelenbedrijven een robot op de werkvloer aan te treffen.
In een onderzoek van Eurostat uit 2020 worden twee soorten robots onderscheiden. In de eerste plaats is er de industriële robot die op meerdere assen programmeerbaar is en vast of mobiel kan worden gebruikt. Ten tweede is de dienstrobot, die het mogelijk maakt om te werken in een complexe en dynamische omgeving. Dergelijke robots kunnen interactie met mensen, objecten of andere apparaten vereisen en zijn niet bedoeld voor gebruik in industriële automatiseringstoepassingen. In de Belgische voedingsindustrie maakt 16% van de bedrijven gebruik van industriële robots en 8% van dienstrobots.
Ook de Belgische voedingsmiddelenindustrie heeft moeite met het vinden en vasthouden van geschoolde arbeidskrachten. Net als in andere sectoren speelt dit probleem zeker een belangrijke rol bij de mate van robotisering. Ook het feit dat een uur werken in België 21% meer kost dan in de buurlanden speelt een rol.
Bron: Fevia - Foto: Yves De Groote