Onderzoekers aan de Technische Universität Chemnitz houden zich bezig met recycling van elastomeren. Recycling van rubber is moeilijk omdat elke toepassing zijn eigen receptuur heeft. Dat geldt met name voor autobanden.
Tot nu toe worden oude banden meestal versnipperd tot relatief grove granulaten en samen met bindmiddelen tot vloeren, matten als valbeveiliging of rubber coatings in de automobielindustrie geperst. Ze worden ook tot granulaat voor kunstgas voor sportvelden en speelpleinen verwerkt.
Aan de TU Chemnitz worden nieuwe materialen met hoge kwaliteit en prestaties ontwikkeld. Hiertoe worden de fijnste rubberpoeders met thermoplatische kunststoffen vermengd. Deze thermoplast-elastomeer-compounds zijn smeltbaar en kunnen bijvoorbeeld via spuitgieten tot complexe onderdelen worden verwerkt. Aan de producten is later niet meer te zien dat het vroeger banden waren.
Voor deze vorm van hergebruik werd ook een geheel nieuwe verwerkingstechnologie ontwikkeld: de eentraps directe extrusie. De onderzoekers combineren de compoundering en de profielextrusie, oftewel ze combineren het mengen met het vormgeven, maar dan zonder de tussenstap van het granulaat.
Door een processtap te besparen, is minder energie nodig en wordt het materiaal beschermd tegen thermische beschadiging. Op deze manier kunnen eindeloos geproduceerde hoogwaardige matten voor slijtvastheid en geluidsisolatie worden geproduceerd. Momenteel is het project in de fase van marktintroductie en werken de onderzoekers samen met een bedrijf uit de regio.
Een andere technologie die de onderzoekers hebben ontwikkeld, is daarentegen internationaal al in gebruik. Ze hebben het hergebruik van technische elastomeren geoptimaliseerd, rubbers die voor technische toepassingen zoals afdichtingsringen worden gebruikt.
Bij de productie hiervan treedt vaak veel uitval op die tegen hoge kosten moet worden afgevoerd. Met de technologie uit Chemnitz kunnen deze restmaterialen zo worden geprepareerd dat ze eenvoudig weer in het productieproces kunnen worden teruggevoerd. Het schone recyclaat wordt weer vermengd met het uitgangsmateriaal en het proces gaat door.
Recyclaat is het fijne poeder (meel) uit de productieresten die in de zogeheten' Reactruder' worden vermalen (foto). Het warm malen bestond weliswaar al, maar de onderzoekers hebben deze verder ontwikkeld en geoptimaliseerd. Hiertoe moesten de processtabiliteit verbeterd, de reiniging vervouding, het bouwvolume verkleind en de slijtage verminderd worden. Dankzij de methode kunnen nu zelfs kleine batches economisch en schoon worden gerecycleerd. Bovendien hebben de onderzoekers het energieverbruik met zo'n 60% verminderd.
De technologie richt zich met name op kleine en middelgrote ondernemingen die hun reststoffen zelf willen hergebruiken. Voor hen is nu een efficiënte methode beschikbaar waarmee ze uitgangsmaterialen duurzaam kunnen worden benut en hergebruikt. Besparingen in energiebehoefte, afvoerkosten, grondstoffen en CO2-uitstoot zijn andere positieve effecten van het onderzoek.