Het gebruik van snijdsels van suikerbieten in composieten of als bestanddeel van kunststoffolie biedt suikerbietentelers in de toekomst nieuwe business en vermindert het gebruik van fossiele grondstoffen.
Bij de productie van kristalsuiker worden suikerbieten (links op de foto) vermalen (midden) en geëxtraheerd. Als nevenproduct van dit proces komt snijdsel van suikerbieten vrij (rechts). En dan gaat het om heel veel nevenproduct. Dit zogeheten perssnijdsel worden momenteel regionaal als voeder voor melkvee of als biogassubstraat verhandeld.
De begrensde tijdspanne voor verhandeling leidt er toe, dat een deel van het perssnijdsel tot brokken wordt geperst en als langer houdbaar voeder wordt verkocht. De geproduceerde hoeveelheden zullen in heel Europa echter verder stijgen, bovendien zorgt gewijzigde wetgeving voor nieuwe mogelijkheden om waarde aan het snijdsel toe te voegen.
Het gebruik van bietensnijdsel in nieuwe toepassingen voor de energie- en diervoedermarkt levert een bijdrage aan de bio-economiestrategie, versterkt regionale markten en bespaart gelijktijdig fossiele grondstoffen.
Het Fraunhofer-Institut für Umwelt-, Sicherheits- und Energietechnik (UMSICHT) en het Fraunhofer-Institut für Holzforschung Wilhelm-Klauditz-Institut (WKI) werken hiertoe samen in het project Materiaalontwikkeling op basis van bietensnijdsels voor marktrelevante toepassingen (Werkstoffentwicklung auf Basis von Rübenschnitzeln für marktrelevante Anwendungen - WeRümA) ontwikkelen. Met partners uit landbouw en industrie werken ze aan productieconcepten en toepassingen, waarbij de snijdsels in composieten kunnen worden gebruikt.
In het algemeen is de vraag welke biogene grondstoffen duurzaam voor het creëren van toegevoegde waarde in Europa beschikbaar zijn. Bietensnijdsels kunnen energetisch en qua grondstoffen efficiënt worden geproduceerd. In suikerfabrieken wordt namelijk kracht-warmte-koppeling gebruikt voor energieopwekking en de restwarmte kan efficiënt als energiebron wordt gebruikt.
Snijdsels van suikerbieten hebben echter een samenstelling die afwijkt van de gangbare plantenvezels of agrarische producten zoals zetmeel en hout. Cellulose, hemicellulose en pectine zijn in vergelijkbare aandelen vertegenwoordigd, lignine daarentegen slechts in geringe hoeveelheden. Daaruit resulteert een gewijzigd procesmanagement voor de verwerking.
Over de gehele waarde toevoegende keten – van grondstof tot en met eindproducten – moeten in het samenwerkingsproject technische en economische vraagstukken wat betreft de maakbaarheid worden beantwoord. Hieronder vallen productietechniek, receptuurontwikkeling en testen van de geproduceerde composieten.
De onderzoekers van de Fraunhofer-instituten werken aan de conditionering van het bietensnijdsel met behulp van thermo-mechanische methoden. Onder meer houden ze zich bezig met het gebruik van de in de houtverwerking gebruikte refiners en de verwerking van composieten.
Fraunhofer-UMSICHT test de mogelijkheid om bietensnijdsels in kunststoffolies te gebruiken. Hier vormt de conditionering van de snijdsels een uitdaging voor de toepasbaarheid in het micrometerbereik (de folies zijn vaak maar 20 µm dik). Een mogelijke toepassing zou bijvoorbeeld landbouwplastic kunnen zijn. Aan het Fraunhofer-WKI onderzoeken de deskundigen het gebruik van bietensnijdsels in hout-polymeer-composieten. (foto: Pfeifer und Langen/CC BY-SA 3.0)