Waar men in Nederland nog zoekende is naar een goede balans tussen leefbaarheid in een gebouw en energieprestatie, is Denemarken hierop wereldwijd koploper. De Deense ambassadeur in Den Haag Ole Emil Moesby sprak tijdens een bijeenkomst met minister Blok van Wonen en Rijksdienst over dit thema.
Dat Denemarken toonaangevend is, blijkt uit de Energy Efficiency Visionary Award 2014 voor Denemarken dankzij haar inspanningen om de energieconsumptie te reduceren. Ambassadeur Moesby hierover: ‘Het energieverbruik in Denemarken is sinds 1980 niet gestegen, terwijl de economie in die tijd bijna 80 procent is gegroeid. En in 2020 moet het energieverbruik vergeleken met 2012 nog eens twaalf procent lager liggen!’ De ambassadeur wordt gesteund door vier multinationals van Deense origine. Danfoss, Grundfos, ROCKWOOL en de VELUX Groep onderstrepen het belang van een holistische benadering. Reeds in de ontwerpfase moeten de diverse kwaliteiten van een gebouw inzichtelijk worden gemaakt. Nu ligt de focus nog te sterk op energiebesparing; de balans met comfort voor de gebruiker moet weer gevonden worden. Minister Blok voor Wonen en Rijksdienst is nog niet zo ver: het punt is volgens hem dat de investeerder in energiebesparende maatregelen niet altijd diegene is die er van profiteert. ‘Who benefits? De voordelen van energiebesparing moeten veel duidelijker worden gemaakt voor bewoners. Zij kijken eerst naar de kwaliteit van de omgeving en zijn minder geïnteresseerd in economische berekeningen. Daar ligt dus de uitdaging: 'hoe overtuigen we ze dat investeren in energiezuinigheid en comfort zinvol is.’