01/10/2023
Door Yves De Groote
Raden van bestuur beseffen het belang van duurzaamheid, maar erkennen dat hun kennis tekortschiet voor een doorgedreven implementatie. Dat leert een enquête onder 879 bestuursleden, gepubliceerd in De Standaard.
Wereldwijd kunnen ondernemingen steeds minder ontkomen aan de Environmental, Social & Governance (ESG)-duurzaamheidseisen. Grote investeerders nemen ESG-criteria in hun kredietanalyse mee en Europa legt grote en beursgenoteerde bedrijven verplichte duurzaamheidsrapportage op. Bij een enquête van De Standaard onder 879 bestuursleden in 45 landen erkent twee derde dat ESG-normen volledig geïntegreerd zouden moeten worden in hun bedrijfsstrategie. Slechts 38 procent zegt dat dit al effectief het geval is. De bevraging werd uitgevoerd door Insead Business School, Boston Consulting Group en headhunter Heidrick & Struggles.
Gebrek aan tijd en kennis
Bestuurders noemen als belangrijkste obstakel een gebrek aan tijd en kennis. Hoewel 79% van de ondervraagden zegt te begrijpen wat de kansen en risico’s zijn die met duurzaamheid gepaard gaan, heeft slechts 29% voldoende kennis om dat in concreet beleid om te zetten. Die kenniskloof is het kleinst in de energiesector. Daar beweert 44% van de bestuursleden voldoende kennis te hebben om de sector te decarboniseren.
De meeste bestuursleden geven aan hun kennis bij te spijkeren op basis van updates door het management of externe expertise. Tegelijk geeft 69% aan onvoldoende tijd te kunnen vrijmaken om externe informatie grondig door te nemen. Ook geeft slechts 15% aan dat ESG-kennis of ervaring een volwaardig selectiecriterium is in de zoektocht naar nieuwe directieleden.
Andere belangrijke obstakels zijn onzekerheid door snelle veranderingen in een onvoorspelbare wereld en de spanning tussen de lange termijn van duurzaamheidsdoelen en de horizon van drie tot vijf jaar, die gebruikelijk is in veel raden van bestuur.