Met nieuwe prothesetechnologie kunnen geamputeerden een robotische prothese aansturen als natuurlijk verlengde van het eigen lichaam.
Universiteit Twente heeft in samenwerking met prothesesfabrikant Ottobock nieuwe prothesetechnologie ontwikkeld. Het resultaat werd gedemonstreerd tijdens de onlangs gehouden RehabWeek, een internationaal congres voor de revalidatietechnologiesector dat dit jaar in Rotterdam plaatsvond. De technologie is gebaseerd op het concept van musculoskeletale modellering en wijkt daarmee af van de veelgebruikte machine learning-methoden.
Wereldwijd zijn er miljoenen mensen die een amputatie van een ledemaat hebben moeten ondergaan. Ondanks ontwikkelingen in de sector is de functionaliteit van de huidige prothesen voor ledematen nog steeds beperkt.
In de mens wordt beweging geïnitieerd door elektrische signalen die door de hersenen naar de spieren worden gestuurd. Door elektroden op de huid te plaatsen bij perifere spieren kan een surrogaat van deze hersensignalen worden geregistreerd in de vorm van elektromyogrammen (EMG's). De onderzoekers creëerden een gedetailleerd digitaal model van iemands been en de organische weefsels binnen in dat been. Het digitale model omvatte een nauwkeurige omschrijving van de verloren spieren, pezen en gewrichten van de geamputeerde.
De onderzoekers registreerden EMG-signalen van verschillende plekken in de beenspieren. Deze signalen zijn vervolgens gebruikt om te bepalen op welke wijze de virtuele spieren in het model zouden worden geactiveerd en kracht zouden genereren in de beengewrichten. De voorspelde bewegingskrachten werden vervolgens in real-time naar de robotische prothese gestuurd.
Met virtuele modellen van het menselijk lichaam kunnen de onderzoekers het best voorspellen hoe de interactie tussen de mens en revalidatiemachines zal verlopen. De meeste winst bij het onderzoek naar prothesen en orthesen valt behalen door het mogelijk te maken om mechatronische toestellen intuïtief aan te sturen en tegelijkertijd het bewustzijn van de gebruiker te vergroten in alle verschillende situaties in het dagelijks leven;. Met deze resultaten komen de onderzoekers een stap dichter bij dat doel.
Het onderzoek werd gefinancierd door het SimBionics-project van de EU, met als partners de Universiteit Twente, Roessingh Research and Development (Enschede), Ottobock (Duitsland) en de Universiteit van Aalborg (Denemarken). De doelen van het project zijn onder andere:
Hoofdonderzoekers: Prof. Herman van der Kooij en prof. Massimo Sartori (Universiteit Twente), prof. Hans Rietman (Roessingh Research and Development), prof. Strahinja Dosen (Universiteit van Aalborg) en dr. Jose Gonzalez-Vargas (Ottobock). Promovendi: Lucas Avanci-Gaudio en Federica Damonte, met als begeleider dr. Guillaume Durandau.
Foto: screenshot video Universiteit Twente