Assistentierobots moeten veilig een kopje hete thee kunnen overhandigen. Een door de Technische Universität Chemnitz geleid onderzoekconsortium ontwikkelt nieuwe interactiestrategieën en –systemen voor de mens-robot-interactie van morgen.
In het dagelijks leven kunnen assistentierobots de levenskwaliteit verhogen. Met name in de zorg kunnen ze uitkomst bieden gezien de toenemende behoefte en het dreigend gebrek aan zorgverleners. Om dergelijke robots in de praktijk eenvoudige taken kunnen uitvoeren, moeten ze in de toekomst 'intelligent' genoeg zijn. Ze moeten menselijke communicatie en gedrag in een grote bandbreedte van situaties correct interpreteren en daarop kunnen reageren.
Dat betekent onder meer, dat robots niet alleen passief op commando's van de mens wachten. Ze moeten als volwaardig dialoogpartner ook het actieve deel kunnen overnemen. Vooral wanneer motorische of cognitieve vaardigheden van de mens beperkt zijn, is een veilige omvang bijzonder belangrijk. Anders kan bijvoorbeeld het overhandigen van een kopje hete thee door de robot snel gevaarlijk voor de mens worden.
Maar hier is nog een aanzienlijke behoefte aan onderzoek, in het bijzonder bij de ontwikkeling van interactiestrategieën en –systemen die de robot in staat stellen als voorzichtige en tot dialoog in staat zijnde interactiepartner te kunnen fungeren.
De komende drie jaar wil het onderzoekcollectief onder leiding van de TU Chemnitz dit gat dichten. Aan het project wordt deelgenomen door het Fraunhofer-Institut für Werkzeugmaschinen und Umformtechnik (IWU), FusionSystems (beide ook in Chemnitz) en Sikom Software in Heidelberg. Het gemeenschappelijk doel is het vormgeven van interactiestrategieën en de ontwikkeling van bijbehorende systemen voor het zelfstandig overhandigen van voorwerpen van de robot aan de mens.
Belangrijk is de veilige overdracht van objecten die zichtbaar of onzichtbaar gevaarlijk zijn. Het aanreiken van voorwerpen moet worden ingebed in de interactie tussen meerdere spelers en wordt bepaald door gebaren, mimiek en beweging. De onderzoekers volgen een benadering die herkenning van de intentie herkenbaar maakt uit de bewegingen van de mens en een multimodale (over meerdere communicatiekanaal gestuurde) interactie tussen mens en robot mogelijk maakt.
De technologieontwikkeling gebeurt in samenwerking met gebruikersgroepen. Onder meer moeten personen met beperkt zicht in het middelpunt van de interactieontwikkeling staan. Dit is volgens de onderzoekers het moeilijkste van alle denkbare gevallen van interactie tussen mens en robot. Wat bij onbeperkt gezichtsvermogen geen probleem oplevert, zou bij een beperkt gezichtsvermogen gevaarlijk kunnen worden.
Denk aan het overhandigen van voorwerpen met scherpe punten of randen en van onzichtbaar gevaarlijke voorwerpen als een kop hete thee. Hier moet de robot actief de rol van de goed ziende mens overnemen; hij moet het aan te reiken voorwerpen evalueren op potentieel gevaar en dan in actieve interactie op een geschikte manier aan de mens aanbieden.
(Foto: Jonas Trezl)